planten 1a Public

planten 1a

Natasja van Weerden
Course by Natasja van Weerden, updated more than 1 year ago Contributors

Description

Deze course gaat over planten.

Module Information

No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:1A1EE78B-307B-4739-AAA5-E442136B5A7E/lesson/es:215D2EB3-263A-4799-9923-49D3C6BFD252?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   Wanneer een zaadje ontkiemt, wordt er eerst extra water opgenomen door het zaadje. Wanneer er genoeg water is opgenomen, breekt de zaadhuid. Na het breken van de zaadhuid groeit als eerste het worteltje eruit en daarna komt het stengeltje er ook uit. Aan de stengel zitten zaadlobben, In de zaadlobben zit reservevoedsel. Door deze reservevoedsel kan het kiemplantje de eerste tijd groeien.   levenscyclus= de ontwikkeling van een zaad tot een vrucht. Levenscyclus bestaat uit 3 fasen: de kieming, de kiemplanten en de volwassen plant.   afbeelding 6: 1. Een tomatenpitje is een zaadje 2. Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open. 3. Het worteltje komt naar buiten. 4. Het worteltje groeit de grond in en de zaadlobben komen boven de grond 5. Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben 6. Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren. De zaadlobben verdwijnen 7. Er is een volwassen tomatenplant ontstaan 8. Aan de tomatenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan tomaten(vruchten) met zaden 9. De zaden zijn de pitjes van de tomaat.
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:A01EDE55-BA4B-4161-B1BB-76F3805C18FF/lesson/es:CB05E537-A398-49B4-8F38-0D513A162CD6?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   Verspenen = het voorzichtig uit de grond halen van plantjes, om ze daarna verder uit elkaar te zetten. Wortelharen = de uiteinde van de worteltjes Wortelstelsel = alle wortels van een plant samen. Hoofdwortel = de dikste wortel met vertakkingen Zijwortel = de vertakkingen van een hoodfdwortel   functies van de wortel: - Wortels zetten planten stevig in de grond - Wortels nemen water en voedingsstoffen op (vooral door de wortelharen) - Wortels slaan reservevoedsel op, waardoor de plant in de lengte snel kan groeien.
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:89D6C362-7C7D-4032-B3D1-C0E436E73651/lesson/es:B0532AC4-B917-4E12-ACF7-BC49EE16B374?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   Knoop = de plek waar een blad aan de stengel vast zit Lid = het stuk tussen twee knopen in Okselknop = de plek waar een blaad aan de stengel vast zit Eindknop = Het uiteinde van een stengel, hieruit kan het volgende jaar een nieuw stuk stengel met bladeren groeien.   functies van de stengel: - Stengels van een plant dragen de bladeren en bloemen - Stengels zorgen voor het vervoer van water en opgeloste stoffen.   vaten van een plant Vaten = Lange dunne buisjes in de stengel Vaatbundel = een groepje vaten samen - Vaten zorgen voor het vervoer van water en voedingsstoffen in de plant.
Show less
No tags specified

Context

Hierboven zie je een plaatje van de opvouw van een stengel.
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:677790B8-4DB2-4F8D-99BC-E5197C36EA24/lesson/es:017645BD-8086-4B81-A7BC-DB83327F8766?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   Bladsteel = hiermee zit het blad vast aan de stengel Bladschijf = Het platte gedeelte van een blad - In het bladschijf liggen de vaten vooral in de nerven     (afbeelding 29) De hoofdnerf ligt in het midden van het blad De vertakkingen van een hoofdnerf heten zijnerven. Bladmoes = alles wat tussen de nerven ligt Bladskelet = alles wat overblijft, nadat de bladmoes is weggerot.   functies van bladeren - Maken van voedingsstoffen door middel van fotosynthese Fotosynthese = Koolstofdioxide + water+ licht --> Glucose + zuurstof
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:C6A95876-8E08-4D82-AEDF-C26CDB1FCC5D/lesson/es:A56B3401-4432-448A-86AF-2E859F6B644D?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   Planten kunnen zelf de voedingsstoffen maken. Mensen en dieren kunnen dit niet. Mensen en dieren eten planten en dieren. Mensen en dieren eten vaak de onderdelen van de plant waar reservevoedsel opgeslagen is, dus Wortels, stengels en bladeren. Maar ook zaden en vruchten worden gegeten.   van de wortels eten we: Rode bieten, bospeen en radijsjes Van de stengels eten we: Asperges, aardappels en koolrabi Van de bladeren eten we : spinazie, sla, witlof en prei.   Gekweekte planten zijn vaak groter en dikker dan de wilde planten, omdat ze zo gekweekt zijn. Zo is bijvoorbeeld de wortel gekweekt in een oranje wortel, waardoor de smaak anders is. Ook is de vorm van de wortel veranderd.
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:2372BE25-46D6-4864-95CC-5B81DB147BD8/lesson/es:CDDDB207-78A4-4C32-9445-57C7D32AAAEF?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   In de biologie moeten vaak proeven gedaan worden. Dit wordt gedaan op de volgende manier: stap 1: wat wil ik onderzoeken? stap 2: wat denk je dat het antwoord is? stap 3: wat ga ik doen? stap 4: Wat heb ik nodig? stap 5: Wat neem ik waar? stap 6: welke conclusie kan ik trekken?
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:E2CFE8C2-3B6B-440A-B329-B7511C7FFDB8/lesson/es:89B90176-0AE3-4C30-A966-91FA4F6CA2BB?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772     - Bladeren hebben een belangrijke functie bij het maken van het eigen voedsel van een plant   Fotosynthese = Het zelf maken van voedsel door een plant. Fotosynthese = water + koolstofdioxide + licht = glucose + zuurstof   Planten kunnen dus zelf het voedsel maken, maar mensen en dieren kunnen dit niet. Mensen en dieren zijn de planten nodig voor het voedsel. (zie ook afbeelding 40 in het online boek) Bijvoorbeeld je drinkt melk. Melk komt van een koe, maar de koe heeft gras gegeten om het melk te kunnen geven. Een ei komt van de kip, maar de kip heeft maïs gegeten om een ei te kunnen leggen.
Show less
No tags specified
https://bvj.secure.malmberg.nl/stream/1_vmbo-bk/lessons/chapter/es:5FD32111-D00D-4C51-9D86-E821CFA36FD7/paragraph/es:FCB3BC7F-F8D5-4316-ABF0-1C4EA924B80B/lesson/es:075444F9-C321-48B8-8103-888AF6765F8E?groupId=b4be9097-1ab4-4d31-b240-6d2ddaf48772   stengelstekken= een  stuk van de stengel van een plant afknippen stekken = een goedkope manier om kamerplanten te kweken.   Tijdens het stekken moet een stukje stengel eerst afgeknipt worden en in het water gezet. op het moment dat het in het water staat, zullen de worteltjes groeien. Wanneer er worteltjes gegroeid zijn, kan je de stengel in potgrond zetten.   Scheuren = de worteltjes in tweeën splitsen. vooral bij een kaaps viooltje en een vrouwentong Andere manieren van stekken: - uitlopers in een potje zetten -  broedplanten: bij deze planten ontstaan jonge plantjes vanzelf aan de randen van de bladeren.
Show less
Show full summary Hide full summary