In figuur 1 zie je het model van een atoom, opgebouwd uit drie elementaire deeltjes: protonen (geel), neutronen (paars) en elektronen (blauw) De protonen en neutronen vormen de atoomkern, de elektronen draaien daar omheen. Welk deeltje heeft een veel kleinere massa dan de andere twee?
Proton
Neutron
Elektron
Welk deeltje heeft een positieve lading?
Welk deeltje heeft een negatieve lading?
Welk deeltje heeft geen lading?
Wat geldt er voor het aantal protonen en het aantal elektronen in een atoom?
Er zijn veel meer elektronen dan protonen
Er zijn even veel elektronen als protonen
Er zijn meer protonen dan elektronen
Hoe verandert het aantal elektronen rond de kern als een atoom wordt geïoniseerd? Dus: als een atoom verandert in een ion?
Er komt een elektron bij
Het aantal elektronen blijft gelijk
Er wordt een elektron uitgestoten
In het figuur zie je hoe straling een atoom kan ioniseren: de straling stoot een elektron uit de buitenste schil van het atoom. Wat geldt er voor het aantal protonen en elektronen in dit ion?
Er zijn even veel protonen als neutronen
Er zijn meer protonen als neutronen
Er zijn meer neutronen als protonen
Als een atoom geïoniseerd wordt, wat betekent dat voor de elektrische lading van dat atoom?
De lading wordt negatief
De lading blijft neutraal
De lading wordt positief
Bitte warte - es wird geladen…