Each question in this quiz is timed.
Uit welke onderdelen bestaat nummer 3?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Rode bloedcellen en witte bloedcellen
Rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes
Uit hoeveel procent ongeveer bestaat onderdeel 1?
Ongeveer 55%
Ongeveer 45%
Iemand snijdt in haar vinger en de wond begint te bloeden. Welk bloedbestanddeel veroorzaakt de rode kleur van bloed?
De rode bloedcellen
Het bloedplasma
De witte bloedcellen
Hoe heet onderdeel 1?
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatje
Hoe heet onderdeel 2?
Hoe heet onderdeel 3?
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Bloed met veel koolstofdioxide is:
Lichtrood gekleurd
Donkerrood gekleurd
Bloed met veel zuurstof is:
In afbeeldingen kleurt men bloed vaak op deze manier: rood en blauw. Welke kleur zal bloed voorstellen, dat zuurstofarm is?
Blauw
Rood
Bloed dat weinig zuurstof bevat wordt blauw getekend.
Rode bloedcellen hebben een celkern.
Witte bloedcellen hebben een celkern.
Bloedplaatjes hebben een celkern.
Het bloedplasma bestaat voor het grootste deel uit:
Water
Eiwitten
Opgeloste stoffen
Het bloedplasma bestaat voor 7% uit:
In het bloedplasma zijn de volgende stoffen opgelost:
Alleen voedingsstoffen
Alleen zuurstof en koolstofdioxide
Voedingsstoffen, zuurstof, koolstofdioxide en nog andere stoffen
De stof die de kleur van de rode bloedcellen veroorzaakt is:
Het eiwit hemoglobine
IJzer
Rode kleurstof
Hemoglobine in de rode bloedcellen vervoert:
Alleen zuurstof
Alleen koolstofdioxide
Zowel zuurstof als koolstofdioxide
De belangrijkste oorzaak van bloedarmoede wordt veroorzaakt door:
Tekort aan ijzer in het bloed
Tekort aan foliumzuur in het bloed
Tekort aan witte bloedlichaampjes in het bloed
Bloedarmoede kun je aantonen door:
Een bloedonderzoek
Door een urinetest
Door het meten van de bloeddruk
Wat is de functie van de witte bloedcellen?
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren
Wondjes dichten
Bacteriën en virussen bestrijden
Welke bloedbestanddelen zorgen voor een korstje op de wond?
Een mens heeft een dubbele bloedsomloop.
De mens heeft een open bloedsomloop.
Na de rechterkamer komt het bloed in de longslagader.
Na de linkerkamer komt het bloed in de aorta.
Slagaders zijn altijd zuurstofrijk.
Slagaders hebben nooit kleppen.
De longader is zuurstofrijk.
De longslagader is zuurstofrijk.
De rechterkant van het hart is dikker dan de linkerkant.
Het bloed komt vanuit de holle aders terecht in de:
rechterboezem
rechterkamer
linkerboezem
linkerkamer
Vanuit de rechterboezem stroomt het bloed naar het begin van de kleine bloedsomloop. Naar de:
longslagader
holle ader
aorta
longader
De longslagader is de enige slagader in ons lichaam met:
zuurstofrijk bloed
zuurstofarm bloed
Wat neemt het bloed uit de longblaasjes op?
zuurstof
lucht
stikstof
koolstofdioxide
Als het bloed vanuit de longen terugkomt in het hart, komt het eerst in de:
Wat is de taak van het hart?
Afvalstoffen ophalen
Bloed rondpompen
Zuurstof en voedingsstoffen wegbrengen
Wat gebeurt er met je hart als je een trap op rent? Dan gaat je hart:
Sneller kloppen
Langzamer kloppen
Wie heeft een snellere hartslag?
Ollifant
Muis
Je hart zit in je borstholte.
Je hart zit rechts in je borstholte.
Je hart is ongeveer zo groot als een vuist.
Kransslagaders voorzien het hart van zuurstof en voedingsstoffen.
Kransslagaders behoren tot de grote bloedsomloop.
Kransslagaders beginnen in de aorta.
Een hartslag bestaat uit drie fasen.
Als de boezems samentrekken zijn de halvemaanvormige kleppen open.
Als de kamers samentrekken zijn de halvemaanvormige kleppen open.
Als de kamers samentrekken zijn de hartkleppen open.
Als de kamers samentrekken zijn de halvemaanvormige kleppen gesloten.
De kleur van een kransader is in tekeningen meestal blauw gekleurd.
Het bloed komt de linker harthelft binnen via de:
Holle ader
Longader
Het bloed komt de rechter harthelft binnen via de:
Het bloed duwt de hartkleppen open bij het samentrekken van de:
Kamers
Boezems
Bij het opengaan van de halve maanvormige kleppen kan het bloed:
De slagaders in
De aders in
Er wordt evenveel bloed naar de longen gepompt als naar de rest van het lichaam.
De functie van de kleine bloedsomloop is zuurstof ophalen en koolstofdioxide afgeven.
Het bloed dat naar de lichaamscellen stroomt is zuurstofrijk.
Al het bloed dat naar het hart stroomt is zuurstofarm.