Mevlüt Özdemir
Quiz by , created more than 1 year ago

Requirements

56
0
0
Mevlüt Özdemir
Created by Mevlüt Özdemir about 9 years ago
Close

Requirements

Question 1 of 49

1

Richtlijn 1:
Redundatie: twee of meer requirements verwoorden hetzelfde.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 2 of 49

1

Richtlijn 1:
Als je een requirement verwijderd, dan mag je het nummer hergebruiken.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 3 of 49

1

Richtlijn 1:
De nummering geeft het altijd totaal aantal requirements weer.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 4 of 49

1

Richtlijn 1:
Het is verstandiger om bij requirements nummers te gebruiken als: 1.1 - 1.2.a. Dit is makkelijker te communiceren.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 5 of 49

1

Richtlijn 2:
Discussie over onduidelijkheden in een requirement voorkom je door requirements in de active vorm (met een onderwerp) te formuleren.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 6 of 49

1

Formuleer een requirement met veel informatie, in plaats van bondig. Zo weet de gebruiker gelijk aan de requirement wat je wilt

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 7 of 49

1

Richtlijn 3:
De belang van een requirement is altijd: belangrijk, essentieel of gewenst.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 8 of 49

1

Richtlijn 3:
De toegevoegde kolom (waarin het belang van een requirement wordt aangegeven) in een requirementlist wordt "Attribuut" genoemd.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 9 of 49

1

Richtlijn 3:
Met een attribuut wordt extra informatie toegevoegd aan een requirement. ZONDER dat het requirement textueel wijzigt.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 10 of 49

1

Richtlijn 3:
Probeer woorden als: "moeten", "mogen", "liefst" en "dienen" te vermijden bij het opstellen van een requirement. Neem deze begrippen op als attribuut.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 11 of 49

1

Richtlijn 3:
Gebruik geen voorbeelden in een requirement. Maar zet voorbeelden in een aparte kolom "attribuut".

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 12 of 49

1

Richtlijn 3:
In een requirement mag je ook uitleg geven op de betekenis van een woord als het niet duidelijk is.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 13 of 49

1

Richtlijn 3:
Je mag bij het formuleren van een requirement GEEN motivatie erbij zetten.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 14 of 49

1

Richtlijn 4:
Het koffiezetapparaat heeft een thermoskan. Dit beschrijft de behoefte.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 15 of 49

1

Richtlijn 4:
Met de vraag "Waarom moet het apparaat deze oplossing hebben" krijg je de werkelijke behoefte van een requirement.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 16 of 49

1

Richtlijn 4:
Het probleemdomein richt zich op de behoefte en het oplossingsdomein richt zich op de oplossing.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 17 of 49

1

Richtlijn 4:
De "waarmee" vraag geeft de oplossing voor de behoefte.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 18 of 49

1

Richtlijn 4:
De "Waarom" vraag geeft de behoefte achter de oplossing.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 19 of 49

1

Richtlijn 4:
Oplossingen in een requirement zijn te herkennen aan het gebruik van zelfstandig naamwoorden. (timer)

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 20 of 49

1

Richtlijn 5:
Schrijf bondige zinnen die het liefst meerde behoeftes verwoorden.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 21 of 49

1

Richtlijn 5:
Automaire Requirements: zijn requirements die maar één behoefte verwoorden.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 22 of 49

1

Richtlijn 5:
De volgende requirement is goed: "De kwast kan verf aanbrengen en kan vaker gebruikt worden."

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 23 of 49

1

Richtlijn 5:
"Het koffiezetapparaat kan minimaal 12 kopjes koffie zetten." Is goed geschreven.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 24 of 49

1

Richtlijn 5:
Iedere requirement is even belangrijk.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 25 of 49

1

Richtlijn 6:
Het is toegestaan om vaagheden(snel,veel) te gebruiken in je requirements. Dat is zelfs goed, want je maakt de essentie ermee duidelijk.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 26 of 49

1

Richtlijn 6:
Identificeer vaagheden met <....>. Zo is duidelijk dat hier getallen of andere eenheden worden toegevoegd.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 27 of 49

1

Richtlijn 6:
De vage begrippen tussen de haken <...> kunnen twee dingen verwoorden. Een kwantificering en één of meerdere substellingen.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 28 of 49

1

Richtlijn 6.
Als je in je requirement een vaagheid(snel) gebruikt. Dan MOET je deze uitwerken.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 29 of 49

1

Richtlijn 6.
Requirements die verwoorden waaraan iets NIET moet voldoen zijn toegestaan. Maar dan moet je wel in de substelling verwoorden wat WEL moet.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 30 of 49

1

Richtlijn 7.
Kwantificeren betekend: uitdrukken in getal en eenheid.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 31 of 49

1

Richtlijn 7.
Een gekwantificeerde vaagheid, is geen onderdeel van een requirement. De kwantificering krijgt daarom ook een unieke aanduiding (eigen nummer).

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 32 of 49

1

Richtlijn 7.
Een kwantificering geeft antwoord op de "hoe <vaagheid>".

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 33 of 49

1

Richtlijn 7.
Het kwantificeren van een requirement is hetzelfde als het meetbaar maken van een requirement.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 34 of 49

1

Richtlijn 7.
Kwantificeren maakt het requirement specifieker.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 35 of 49

1

Richtlijn 8.
Substelling zijn requirements, die je op hun beurt kunt uitwerken in substellingen en kwantificering.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 36 of 49

1

Richtlijn 8.
Bij het uitwerken van vage termen mag je de oplossing beschrijven.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 37 of 49

1

Richtlijn 9.
Naast "functies" en "kwaliteiten" zijn er ook "regels".

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 38 of 49

1

Richtlijn 9.
Functies worden ook wel "functional requirements" genoemd. En kwaliteiten "non- functional requirements".

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 39 of 49

1

Richtlijn 10.
Houd bij een requirement de woordkeuze beperkt. Gebruik bijvoorbeeld niet telkens iets anders (beker, glas, kopje)

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 40 of 49

1

Richtlijn 10.
Een afgesproken beperkte woordenschat heet ook wel: Compromised Language

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 41 of 49

1

Richtlijn 11.
Glossary = een verklarende woordenlijst.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 42 of 49

1

Richtlijn 12.
Een gezichtspunt is ook een requirement.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 43 of 49

1

Richtlijn 12.
Inventariseer eerst welke gezichtspunten belangrijk zijn, en stel daarna pas de requirements daarbij op.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 44 of 49

1

Richtlijn 12.
De ISO 9126 standaart, is een overzicht van goed opgestelde requirements.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 45 of 49

1

Richtlijn 12.
COPAFIJTH is een overzicht van gezichtspunten.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 46 of 49

1

Richtlijn 13.
Met Proza maak je duidelijk: in welke situatie de lezer zich het beste kan inleven.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 47 of 49

1

Richtlijn 13.
Proza verwoord helder de context waar de requirements betrekking op hebben.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 48 of 49

1

Richtlijn 13.
De inleidende text (Proza) mag voorbeelden van requirements bevatten.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 49 of 49

1

Richtlijn 14.
De combinatie van belang en urgentie bepaald de prioriteit van een requirement.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation