Geschiedeniswerkplaats - 1h/v - 2.1 en 2.2

1

Hoe noemen we een beroep waarbij iemand in een werkplaats producten maakt of bewerkt met zijn handen en gereedschap?

1

Deze afbeelding hoort bij het tweede tijdvak. De tijd van Grieken en Romeinen.

Hoelang duurde dit tijdvak?

1

Hoe noem je een samenleving waarin de meeste mensen leven van landbouw, terwijl een minderheid van de bevolking in steden leeft?

1

Welke belangrijke rivier zie je op deze afbeelding?

1

Hoe noem je de oogst die een boer zelf niet nodig heeft?

1

In het oude Egypte ontstond een landbouwsamenleving. Waar leefden de mensen toen van in Egypte?

1

Waar of niet waar?

Het wonder van de Nijl werd veroorzaakt door overvloedige regenval in Ethiopie

1

Op deze afbeelding zie je een sjadoef. Waar werd dat voor gebruikt?

1

Waar of niet waar?

De overstroming van de Nijl zorgde voor hoge opbrengsten in de landbouw

1

Vul het juiste woord in op de stippellijn:

De vruchtbare grond en ......... zorgden voor hoge opbrengsten in de landbouw.

1

Waar of niet waar?

Er ontstond ruilhandel langs de Nijl.

1

Vanaf omstreeks 3000 v.C. vormden de gebieden aan de Nijl 1 staat onder leiding van 1 persoon. Hoe noem je deze persoon?

1

Vul het juiste woord in.

De Egyptenaren geloofden dat de farao de aardse verschijning van de god .......... was

1

Vul het juiste woord in.

Om het land te besturen had de farao ................... in dienst

1

Noem 2 taken van de farao.

1

Vul het juiste woord in.

Een farao moest sterk en machtig zijn. Zijn volk was ............. aan de farao.

1

In ruil voor het gebruik van de grond moesten boeren belasting betalen.

Waar of niet waar?

1

Hoe noem je een groep van aanzienlijke personen met voorrechten in de maatschappij?

1

Oefentoets hoofdstuk 2 van geschiedeniswerkplaats.

Geschiedeniswerkplaats - 1h/v - 2.1 en 2.2

Geschiedeniswerkplaats - 1h/v - 2.1 en 2.2

Hoe noemen we een beroep waarbij iemand in een werkplaats producten maakt of bewerkt met zijn handen en gereedschap?

Deze afbeelding hoort bij het tweede tijdvak. De tijd van Grieken en Romeinen. Hoelang duurde dit tijdvak?

Hoe noem je een samenleving waarin de meeste mensen leven van landbouw, terwijl een minderheid van de bevolking in steden leeft?

Welke belangrijke rivier zie je op deze afbeelding?

Hoe noem je de oogst die een boer zelf niet nodig heeft?

In het oude Egypte ontstond een landbouwsamenleving. Waar leefden de mensen toen van in Egypte?

Waar of niet waar? Het wonder van de Nijl werd veroorzaakt door overvloedige regenval in Ethiopie

Op deze afbeelding zie je een sjadoef. Waar werd dat voor gebruikt?

Waar of niet waar? De overstroming van de Nijl zorgde voor hoge opbrengsten in de landbouw

Vul het juiste woord in op de stippellijn: De vruchtbare grond en ......... zorgden voor hoge opbrengsten in de landbouw.

Waar of niet waar? Er ontstond ruilhandel langs de Nijl.

Vanaf omstreeks 3000 v.C. vormden de gebieden aan de Nijl 1 staat onder leiding van 1 persoon. Hoe noem je deze persoon?

Vul het juiste woord in. De Egyptenaren geloofden dat de farao de aardse verschijning van de god .......... was

Vul het juiste woord in. Om het land te besturen had de farao ................... in dienst

Noem 2 taken van de farao.

Vul het juiste woord in. Een farao moest sterk en machtig zijn. Zijn volk was ............. aan de farao.

In ruil voor het gebruik van de grond moesten boeren belasting betalen. Waar of niet waar?

Hoe noem je een groep van aanzienlijke personen met voorrechten in de maatschappij?

Hoe noemen we tijdvak 2: de tijd van Grieken en Romeinen ook wel?

Deze afbeelding hoort bij het tweede tijdvak. De tijd van Grieken en Romeinen.

Hoelang duurde dit tijdvak?

Waar of niet waar?

Het wonder van de Nijl werd veroorzaakt door overvloedige regenval in Ethiopie

Waar of niet waar?

De overstroming van de Nijl zorgde voor hoge opbrengsten in de landbouw

Vul het juiste woord in op de stippellijn:

De vruchtbare grond en ......... zorgden voor hoge opbrengsten in de landbouw.

Waar of niet waar?

Er ontstond ruilhandel langs de Nijl.

Vul het juiste woord in.

De Egyptenaren geloofden dat de farao de aardse verschijning van de god .......... was

Vul het juiste woord in.

Om het land te besturen had de farao ................... in dienst

Vul het juiste woord in.

Een farao moest sterk en machtig zijn. Zijn volk was ............. aan de farao.

In ruil voor het gebruik van de grond moesten boeren belasting betalen.

Waar of niet waar?