Kay Meulenbroek
Quiz by , created more than 1 year ago

Consumentenprijs berekenen.

77
1
0
Kay Meulenbroek
Created by Kay Meulenbroek over 6 years ago
Close

Consumentenprijs

Question 1 of 12

1

Op eten en drinken zit 19% btw.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 2 of 12

1

De verkoopprijs = gelijk aan 100%

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 3 of 12

1

Henri heeft een kilo appels gekocht. De verkoopprijs bedroeg € 3,- en de btw 6%.
Welk bedrag betaalde Henri aan btw?

Select one of the following:

  • € 0,20

  • 6% btw

  • € 0.18

  • € 0,18

Explanation

Question 4 of 12

1

Bereken de consumentenprijs die Henri moet betalen?

Select one of the following:

  • 119%

  • 106%

  • € 3,-

  • € 3,18

Explanation

Question 5 of 12

1

Naomi organiseert een barbecue voor haar klasgenoten. Bij de slager heeft ze een vleesschotel besteld. De verkoopprijs bedraag € 50,- en de btw 6%. Bereken de consumentenprijs die Naomi moet betalen.

Select one of the following:

  • € 3,-

  • € 53,-

  • € 50,-

  • 106%

Explanation

Question 6 of 12

1

Simon koopt een nieuwe jas. De verkoopprijs bedraagt € 75,- en de btw 19%. Bereken de consumentenprijs van de jas.

Select one of the following:

  • 119%

  • € 75,-

  • € 89,25

  • € 14,25

  • € 89.25

Explanation

Question 7 of 12

1

Een kroket heeft een verkoopprijs van € 2,- en de btw is 6%. De consumentenprijs is € 2,12.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 8 of 12

1

Een rekenmachine heeft een verkoopprijs van € 23,- en de btw is 19%. De consumentenprijs is € 27,-

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 9 of 12

1

Een broek heeft een verkoopprijs van € 68,78,- en de btw is 19%. De consumentenprijs is € 81,84.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 10 of 12

1

Een telefoon heeft een verkoopprijs van € 123,25,- en de btw is 19%. De consumentenprijs is € 146,67.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 11 of 12

1

In een groothandel voor bouwmaterialen koop Kay de volgende spullen:
- muurverf, verkoopprijs € 25,-
- kwasten, verkoopprijs € 15,-
- schuurpapier, verkoopprijs € 7,50
- kastenreiniger, verkoopprijs, € 6,50
Bij de kassa worden deze bedragen bij elkaar opgeteld en komt er 19% btw bij.
Welk bedrag moet Kay afrekenen?

Select one of the following:

  • € 54,-

  • € 64,26

  • € 65,-

  • 119%

  • € 64,-

Explanation

Question 12 of 12

1

De verkoopprijs van een flesje cola is in veel landen gelijk, namelijk € 1,50. Tijdens een reis door Europa merkt Kay dat de consumentenprijs in veel landen verschillend is. Dat komt, zo ontdekt Kay, doordat Europese landen verschillende btw-tarieven hanteren.
Bereken de consumentenprijzen die Kay in de volgende landen moet betalen voor een flesje cola. Rond de bedragen zo nodig af op centen nauwkeurig.

Denemarken btw 25%. Consumentenprijs =
Groot-Brittannie btw 5%. Consumentenprijs =
Letland btw 10%. Consumentenprijs =
Slovenië btw 8,5%. consumentenprijs =

Drag and drop to complete the text.

    € 1,88
    € 1,80
    € 1,58
    € 1, 60
    € 1, 59
    € 1,57
    € 1,65
    € 1,64
    € 1, 66
    € 1,63
    € 1,62
    € 1,60

Explanation