een zak ☞ twee zakk k( kk, k )en
een koek ☞ twee koek kk( k, kk )en
een arm ☞ twee arm mm( m, mm )en
een bot ☞ twee bott t( tt, t )en
een maand ☞ twee maand dd( d, dd )en
een baan ☞ twee en
een fles ☞ twee en
een vuur ☞ twee en
een kaart ☞ twee en
een zandkasteel ☞ twee en