yana.bracke
Quiz by , created more than 1 year ago

Deze vragenlijst gaat over de bundel creatief schrijven - Nederlands. Er zijn 30 vragen. Na afloop kan je per vraag kijken waar je fout ging. Daar vind je ook extra uitleg en informatie.

73
0
0
No tags specified
yana.bracke
Created by yana.bracke over 9 years ago
Close

Creatief schrijven - Nederlands

Question 1 of 30

1

In het schrijfproces zijn een aantal stappen te onderscheiden. Welke?

Select one or more of the following:

  • Plannen

  • Formuleren

  • Reflecteren

  • Ontwerpen

  • Reviseren

Explanation

Question 2 of 30

1

Hoeveel deelfasen zijn er?

Select one or more of the following:

  • 3

  • 9

  • 5

  • 7

Explanation

Question 3 of 30

1

De motivatiefase is ...

Select one of the following:

  • het activeren van de creativiteit.

  • het activeren van de wil tot schrijven.

  • het activeren van de schrijfspieren.

Explanation

Question 4 of 30

1

De derde deelfase is het selecteren van informatie en gaat over het kiezen van informatie met het oog op tekstdoel, tekstsoort, doelpubliek...

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 5 of 30

1

Spelling is een aandachtspunt binnen de vijfde fase: het uitschrijven van de tekst.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 6 of 30

1

De laatste fase is het lezen van de tekst. Hier gaat het over de laatste controle, het schatten van het effect bij de lezer, het herschrijven...

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 7 of 30

1

Het is niet verstandig om slecht een paar deelfases in te oefenen, want een schrijver moet alle deelfases in het oog kunnen houden om zijn eigen schrijfproces te coachen.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 8 of 30

1

Een vertellend schrijver ...

Select one or more of the following:

  • is een jonge schrijver.

  • is een ervaren schrijver.

  • beheerst de elementaire schrijfhandeling.

  • schrijft over concrete zaken.

  • beseft het belang van een geschikte en verzorgde lay-out.

  • schrijft associatief.

  • schrijft chronologisch.

  • weet dat er veel planning komt bij kijken om te schrijven.

  • wordt zich langzaam aan meer en meer bewust van het doelpubliek.

  • leert een standpunt innemen tegenover personen of gebeurtenissen

Explanation

Question 9 of 30

1

Een denkend schrijver heeft het decoderen al geautomatiseerd. Hij besteedt minder aandacht aan aspecten van lay-out.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 10 of 30

1

Een beginnend schrijver is een vertellend schrijver. Zo'n schrijver is al wel bezig met complexe dingen zoals: het gebruik van korte en lange termijngeheugen, het belang van de taalomgeving, het omzettingsproces van klank naar letter en het planningsproces.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 11 of 30

1

Struikelblokken voor zwakkere schrijvers zijn: ...

Select one or more of the following:

  • ze oriënteren zich niet.

  • ze denken na over de tekstsoort.

  • ze genereren associatief.

  • ze bepalen het publiek.

  • ze bepalen een schrijfdoel.

  • ze lopen vast.

  • ze plannen vooraf.

  • ze chaotische teksten schrijven.

  • ze niet nadenken over de revisie.

  • ze hebben een idee over de totaalopbouw.

Explanation

Question 12 of 30

1

De werkhouding, faalangst, motivatie en interesse, waarneming en geheugen, creativiteit, taalvaardigheid en motorische en technische vaardigheden zijn

Select one or more of the following:

  • factoren van de beginsituatie.

  • factoren van een vertellend schrijver

  • factoren van een totaalopdracht.

  • factoren van een motiverend kader.

Explanation

Question 13 of 30

1

Een ... is beter.

Select one of the following:

  • totaalopdracht

  • complete schrijftaak

Explanation

Question 14 of 30

1

De kenmerken van een goede schrijftaak zijn: ...

Select one or more of the following:

  • het is motiverend.

  • het sluit aan bij de leefwereld van de kinderen.

  • ze schrijven voor iemand specifiek.

  • ze schrijven met een bepaald doel.

Explanation

Question 15 of 30

1

In elke schrijfles zit een duidelijke instructiefase, een klassikaal moment en een individueel schrijfmoment.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 16 of 30

1

De schrijfstappen is het concreet maken van de 7 deelfases voor hun leerlingen.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 17 of 30

1

Wat gebruiken we als techniek voor het verzamelen van informatie?

Select one of the following:

  • Klasgesprek: je kan de leerlingen ondersteunen door het stellen van gerichte vragen zodat ze beter of preciezer vertellen

  • Vertelronde: je moet de leerlingen zelf tot hun informatie laten komen

  • Klasgesprek: je moet de leerlingen zelf tot hun informatie laten komen

  • Vertelronde: je kan de leerlingen ondersteunen door het stellen van gerichte vragen zodat ze beter of preciezer vertellen

Explanation

Question 18 of 30

1

Vaardigheden die een leerkracht moet bezitten bij het geven van schrijf-, vertel- en tekenopdrachten: ...

Select one or more of the following:

  • Zelf uitproberen om te zien of een opdracht concreet, nauwkeurig en gemakkelijk uit te voeren is.

  • In staat zijn om goede instructies te geven.

  • In staat zijn om tijdens de vertelronde opdrachten te formuleren.

  • Bij de kinderen kunnen checken of ze de opdracht begrijpen en kunnen uitvoeren, maar ook eventueel de opdracht verduidelijken of aanpassen.

  • Regels en logica aan de leerlingen bieden om te gebruiken bij het verzamelen van informatie.

  • Kunnen beoordelen of een opdracht remmend of stimulerend werkt op een kind.

Explanation

Question 19 of 30

1

Als de informatie verzameld is, gaat de leerling zijn onderwerp verder afbakenen met de hulp van de leerkracht. Je stelt eventueel volgende vragen:

Select one or more of the following:

  • Waar gaat je tekst precies over? Waarom kies je hiervoor?

  • Waarom schrijf je een tekst?

  • Voor wie schrijf je de tekst?

  • Wie schrijft de tekst?

  • Welke tekstsoort is hier het meest geschikt? (voor jongere kinderen)

  • Welke tekstsoort is hier het meest geschikt? (voor oudere kinderen)

Explanation

Question 20 of 30

1

Waarom is individuele begeleiding belangrijk tijdens de verwerkingsfase?

Select one or more of the following:

  • De leerkracht moet de spelling al kunnen verbeteren.

  • De leerling zit nog in de egocentrische fase.

  • De leerling moet gemotiveerd blijven.

  • De leerling kan plotseling afwijken van het onderwerp

  • De leerkracht moet het kind ondersteunen in gericht taalgebruik.

  • De leerkracht moet de leerling sturen in zijn verhaal vanaf het afwijkt van de doelstelling.

  • De leerkracht kan de leerling doen teruggrijpen naar de planfase.

  • De leerkracht moet zoveel mogelijk ingaan op wat het kind schrijft en het zo stimuleren om bewust te zoeken naar juiste woorden en formulering.

  • De leerkracht moet een zicht krijgen op welke strategieën het kind gebruikt.

Explanation

Question 21 of 30

1

Een veel voorkomend probleem bij kinderen is het clichématig of onpersoonlijk schrijven.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 22 of 30

1

Een veel voorkomend probleem bij kinderen is dat ze nodige inleidingen en uitweidingen weglaten.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 23 of 30

1

Wat zijn technieken voor het reflecteren en herschrijven?

Select one or more of the following:

  • Bij het herlezen leren de kinderen na te gaan of de tekst beantwoordt aan de planning.

  • Door te reageren op elkaars teksten leren de leerlingen van elkaar.

  • Met de feedback van de leerling verder werken aan zijn tekst.

  • Door de juiste vragen te stellen kunnen de leerlingen de noodzaak van deze fase aanvoelen.

  • Vormeisen kunnen na het focussen op de inhoud en de eigen ervaring aan bod komen.

  • De lengte van de tekst mag niet de rest van de tekst bepalen.

  • De sociale taalontwikkeling bevordert.

  • Kinderen leren kritisch zijn op elkaar.

  • De leerkracht verbetert op inhoud en op spelling evenzeer.

Explanation

Question 24 of 30

1

Een mogelijke opdracht voor uitbreiding is het versturen van de tekst naar het doelpubliek.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 25 of 30

1

De leerlingen werken hun tekst af: ...

Select one or more of the following:

  • Ze kijken naar de formulering van de zinnen, de spelling en de interpunctie.

  • Ze bekijken of hun tekst er mooi uitziet.

  • Ze bekijken of hun inhoud doelgericht is.

  • Ze kijken of ze hun planning hebben gevolgd.

Explanation

Question 26 of 30

1

Bij de presentatie zijn er een aantal verschillende werkvormen die het kind kan gebruiken. De leerkracht zegt welk werkje hij het mooist vindt en dus moet presenteren.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 27 of 30

1

Welke volgorde volgt de stelles?

Select one of the following:

  • De voorbereiding - de inleiding - de instructie - gezamenlijke inoefening - verwerking - revisie - herschrijven

  • De inleiding - de voorbereiding - de instructie - gezamenlijk inoefening - verwerking - revisie - herschrijven

  • De inleiding - de instructie - gezamenlijke inoefening - de voorbereiding - verwerking - revisie - herschrijven

  • De voorbereiding - de instructie - de inleiding - gezamenlijke inoefening - verwerking - revisie - herschrijven

Explanation

Question 28 of 30

1

Er bestaan 2 algemene evaluatieprincipes:
- De evaluatie moet passend zijn.
- De evaluatie moet reëel zijn.

Select one of the following:

  • True
  • False

Explanation

Question 29 of 30

1

Er zijn nogal wat bezwaren te maken tegen het geven van cijfers, zoals:

Select one or more of the following:

  • Het is niet objectief.

  • Weinig informatief

  • Stigmatiserend (stempel op plakken)

  • Niet effectief

  • Faalangst bevorderend

Explanation

Question 30 of 30

1

Wat met spelling?

Select one or more of the following:

  • Goed en vlot spellen is een basisvaardigheid voor het schrijven.

  • Een veilig gevoel bij spelling is motiverend voor het schrijven.

  • Spelling is zeer belangrijk tijdens de evaluatie.

  • Er moet veel aandacht besteed worden aan spelling.

  • Het uiteindelijke doel van spelling is: het correct spellen van een zelf bedacht tekst

  • De leerkracht kiest aan welke aspecten van spelling hij extra aandacht besteedt tijdens het evalueren.

Explanation