Psychopathologie Quiz - HC 1

Descrição

Vragen over de Hoorcolleges en de Literatuur met bij het antwoord waar je het kunt vinden in deze stof zodat als je het niet snapt je het na kunt lezen
anne_x
Quiz por anne_x, atualizado more than 1 year ago
anne_x
Criado por anne_x mais de 10 anos atrás
187
0

Resumo de Recurso

Questão 1

Questão
Hoe noem je herhaald stereotiep gedrag dat doelmatig lijkt maar in feite geen doel heeft en escaleert naar het herhaaldelijk uitvoeren van dit gedrag bij OCD?
Responda
  • Compulsies
  • Obsessies

Questão 2

Questão
Waarom is de DSM nuttig? (meer dan een antwoord is goed)
Responda
  • Ordening van klachten
  • Een psychologen kan nu gemakkelijk aan de hand van de DSM opzoeken wat zijn patiënt heeft
  • Helpt bij communicatie en professionaliteit onder psychologen
  • Het maakt de mogelijke stoornissen observeerbaar, bevraagbaar en op die manier meetbaar.
  • De DSM helpt bij het verklaren van de psychologische stoornissen in de DSM
  • Het bevordert wetenschappelijk onderzoek
  • Het motiveert stoornisspecifieke behandeling
  • Helpt bij het managen van de stroop patiënten die psychologische hulp zoeken

Questão 3

Questão
Verandert de naam van OCD in de DSM 5?
Responda
  • Nee, het blijft Obsessive Compulsive Disorder
  • Ja, het wordt Obsessive-compulsive and other related disorders
  • Ja, het wordt Obsessive compulsive disorder and other

Questão 4

Questão
Het model van OCD van Salkovskis zegt dat er twee wegen zijn naar intrusies. Namelijk: cognitieve schema's leiden tot een verscherpte aandacht voor bepaalde gedachten wat op zijn beurt leidt tot intrusies. Wat is de andere weg naar intrusies?
Responda
  • Cognitieve schema's leiden tot bias, dit leidt tot dwanghandelingen wat leidt tot vermindering van angst en zo worden de intrusies versterkt.
  • Cognitieve schema's leiden tot angst en spanning, dit leidt tot dwanghandelingen wat leidt tot vermindering van de angst en zo worden de intrusies verzwakt
  • Cognitieve schema's leiden tot angst en spanning, dit leidt tot dwanghandelingen wat leidt tot vermindering van de angst en zo worden de intrusies versterkt of in stand gehouden.

Questão 5

Questão
Heeft een patiënt meer kans op terug val wanneer zijn/haar psychisch probleem egosyntoon is of wanneer deze egodystoon is?
Responda
  • Egodystoon
  • Beide evenveel
  • Egosyntoon

Questão 6

Questão
Het is niet gemakkelijk te bepalen waar de grens ligt tussen een mentale stoornis en nog net geen mentale stoornis wat zijn de 2 problemen hierbij?
Responda
  • Mentale problemen worden steeds meer een trend
  • Intentie; gedrag is ook gebaseerd op motieven en gericht op bepaalde doelen en niet simpelweg het gevolg van ruis.
  • Natural kinds; veel stoornissen die we nu mentale stoornissen noemen zijn eigenlijk tekorten of veranderingen in de biologische basis en daarom is het discutabel of het een mentale stoornis te noemen is.
  • Natural kinds; we doen alsof er soorten ziekten zijn, maar bestaan die varianten wel als natuurlijke varianten en komen die wel overeen met de DSM? Een afwijking kan ook een evolutionaire aanpassing zijn.

Questão 7

Questão
Obsessief Compulsieve Stoornis is..
Responda
  • Egosyntoon
  • Egodystoon

Questão 8

Questão
In HC1 noemt Paul Eling 2 problemen met de DSM welke zijn dat?
Responda
  • Het interpreteren van de kenmerken van stoornissen in de DSM is een subjectief gebeuren dat gedaan wordt middels uitvraging van de DSM aan de patiënt door de psycholoog.
  • Omdat in de DSM meerdere zwakke syndromen te vinden zijn is er een grote mate van heterogeniteit.
  • Het bepalen welke symptomen nodig zijn voor het hebben van een stoornis wordt door clinici gedaan en daarom is de bepaling van die symptomen vaak subjectief.
  • In de DSM staan zwakke en sterke syndromen door elkaar dit bemoeilijkt het diagnostiseren van patiënten.

Questão 9

Questão
Welke 3 stellingen zijn juist?
Responda
  • Validiteit verwijst naar de nauwkeurigheid van de diagnose
  • Puntprevalentie: het aantal personen met de stoornis op een bepaald tijdstip.
  • Prevalentie: het aantal mensen met de stoornis in de totale populatie
  • Incidentie : aantal nieuwe gevallen ten opzichte van de totale populatiegroep in een bepaalde periode.
  • Betrouwbaarheid heeft te maken met de bruikbaarheid en informatiewaarde van de diagnose

Questão 10

Questão
Wat is zoiets als een zwak syndroom?
Responda
  • Een serie van symptomen waarvan slechts een deel ook voldoende is omdat zij intrinsiek aan elkaar zijn gerelateerd
  • Een serie van symptomen die allemaal aanwezig moeten zijn
  • Een serie van symptomen die allemaal aanwezig moeten zijn en ook samen voorkomen omdat ze intrinsiek aan elkaar gerelateerd zijn
  • Een serie van symptomen waarvan een subset ook voldoende is

Questão 11

Questão
Marthe is er onweerlegbaar van overtuigd dat zij voortbestemd is om met Justin Bieber te trouwen en nog lang en gelukkig met hem samen te leven, verder heeft zij geen klachten en is zij helder van geest. Dit is een voorbeeld van een:
Responda
  • Confabulatie
  • Hallucinatie
  • Waan

Questão 12

Questão
Wat is de oplossing volgens van Praag in HC1 voor de zwakke syndromen?
Responda
  • De DSM 5 waarin de stoornissen op een beter passende manier zijn geherstructureerd
  • Functionalization: mensen slechts onderzoeken op de symptomen waar ze aan leiden en die symptomen individueel behandelen.
  • Functionalization: de symptomen identificeren en de psychologische dysfuncties die hieraan ten grondslag liggen met bijbehorende mechanismes identificeren.

Questão 13

Questão
Wat is causal modeling (Morton)?
Responda
  • Dat als je iemand je iets voor doet je dit zelf door het zien al aanleert en dat hiermee je cognitieve schema's veranderen.
  • Stelt dat je voor een goede theorie over een stoornis je de oorzaak van die stoornis dient te weten.
  • Wanneer je een goede theorie wilt maken over een stoornis moet je deze omschrijven/onderzoeken op gedrags, cognitief en biologisch niveau

Questão 14

Questão
Wat bestuderen we met psychopathologie?
Responda
  • Gedrag
  • Mentale stoornissen
  • Biologische grondslagen
  • Ziektes

Questão 15

Questão
Elke psychopathologie – zowel begrippen als methoden – maakt deel uit van een maatschappelijk proces, gekleurd door tijd en plaats. Toch kan het bestaan van psychiatrische stoornissen als een niet te ontkennen realiteit worden verantwoord op grond van de volgende argumenten:
Responda
  • belevingsargument, verstoordheidsargument, historischargument en experimenteelargument
  • ervaringsargument, historischargument, geografischargument en experimenteelargument
  • belevingsargument, historischargument, geografischargument en onderzoeksargument
  • belevingsargument, historischargument, geografischargument en experimenteelargument

Questão 16

Questão
Welke stelling is ONJUIST?
Responda
  • Kraepelin kwam met het idee van de psychische reflexboog wat inhoud dat impressies binnen komen de hersenen via projectiebanen waardoor actions of will geactiveerd worden en dit leidt tot actiepatronen
  • Kraepelin kwam met het idee om de verschillende psychologische patronen te ordenen en zo tot een van de eerste classificatie systemen te komen.
  • Kraepelin kwam met het idee om onderscheid te maken tussen lichamelijke en psychische symptomen

Questão 17

Questão
Het classificeren van stoornissen kan op verschillende manieren welk van de volgende stellingen is FOUT
Responda
  • Bij categoriale classificatie wordt er van uit gegaan dat er een kwalitatief verschil is tussen ziek en gezond, en worden als dusdanig geclassificeerd en dit resulteert in een hiërarchisch classificatie systeem
  • Bij prototypische classificatie wordt er van uit gegaan dat er een grote variabiliteit is tussen individuen en individuen worden geclassificeerd op basis van bij welk beeld ze het beste passen en dit resulteert in een meerassig classificatie systeem
  • Bij dimensionale classificatie wordt er van uitgegaan dat er een kwantitatief verschil is tussen ziek en gezond, en men wordt geclassificeerd op basis van een continuum en dit resulteert in een een dimensionaal of continuum classificatie systeem waarvan de polen tegengestelde posities innemen
  • Bij prototypische classificatie wordt er van uitgegaan dat er een grote variabiliteit is tussen individuen en hun klachten weerspiegelen een prototype van een stoornis en dit resulteert in een classificatie systeem dat bestaat uit meerdere groepen, deze groepen sluiten aan bij de DSM.

Questão 18

Questão
Wat is: 1) het geografischargument EN 2) het experimenteelargument
Responda
  • 1) stoornissen verschillen over plaatsen 2) de mogelijkheid bepaalde stoornissen met specifieke methoden te verwekken en/of te laten verdwijnen
  • 1) wijst op het overeenkomstige karakter van bepaalde stoornissen in zeer uiteenlopende culturen en milleus 2) de mogelijkheid bepaalde stoornissen met specifieke methoden te verwekken en/of te laten verdwijnen
  • 1) wijst op het overeenkomstige karakter van bepaalde stoornissen in zeer uiteenlopende culturen en milleus 2) het feit dat je bepaalde stoornissen kunt vaststellen via gestandaardiseerd onderzoek

Questão 19

Questão
Wat zijn pathogenie en pathoplastie
Responda
  • De pathogenie omvat een tijd- en plaatsgebonden (sociaal culturele) invloeden die het kader een persoonlijke kleur en inhoud geven. De pathoplastie zou in fundamentele kenmerken van het individu zijn geworteld (biologisch bepaald en/of door leerprocessen verworven) en als het ware het kader van de stoornis vormen
  • De pathogenie zou in fundamentele kenmerken van het individu zijn geworteld (biologisch bepaald en/of door leerprocessen verworven) en als het ware de matrijs van de stoornis vormen. De pathoplastie zou dan een tijd- en plaatsgebonden (sociaal culturele) invloeden omvatten die deze matrijs een persoonlijke kleur en inhoud geven.

Questão 20

Questão
Welke 2 stellingen zijn waar?
Responda
  • Idiografische methode is de studie van gedrag dat verschillende individuen uniek maakt.
  • Nomothetische methode is de studie van gedrag dat verschillende individuen uniek maakt
  • Nomothetische methode is de studie van groepen om algemene conclusies te kunnen trekken.
  • Idiografische methode is de studie van groepen om algemene conclusies te kunnen trekken.

Questão 21

Questão
Wat hielden de franse en duitse school in in de geschiedenis van psychopathologie
Responda
  • De franse school legde de nadruk op de pscyhologische kant en de duitse school legde de nadruk op de biologische kant
  • Bij de duitse school ontstond het idee van moral treatment en bij de franse school werd zowel de psychologische kant als de biologische kant bestudeerd
  • Bij de Duitse school waren er twee stromingen een die onderzoek deed naar de psychologische kant en een naar de biologische kant en bij de Franse school werd enkel gekeken naar de psychologische kant
  • Bij de Duitse school ontstond het onderscheid tussen lichamelijke en psychische problemen en bij de Franse school ontstond het idee van moral treatment
  • De Duitse school had mensen die het van de biologische kant bekeken en zij die het van de psychische kant bekeken en de Franse school maakte onderscheid tussen lichamelijke en psychische symptomen

Questão 22

Questão
Aan welke 3 voorwaarden moet een psychiatrische stoornis voldoen?
Responda
  • Het betreft een abnormaal verschijnsel in de zin dat het afwijkt van een sociale norm of van wat in de betreffende cultuur als normaal gedrag geld
  • Het moet gedurende langere tijd aanhouden
  • Ongemak, lijden of bezorgdheid teweegbrengt bij de betrokkene en/of omgeving
  • Een aantal kenmerken van het gestoord gedrag ook bij andere personen als storend is ervaren, op grond van een overeenkomstig patroon
  • Het moet zich voordoen in meerdere situaties

Questão 23

Questão
Een psychiatrische stoornis kan gepaard gaan met belangrijke beperkingen, of afwijkingen in sociale aanpassing, bijvoorbeeld
Responda
  • Een intrinsieke beperking, hoe de persoon zich voelt over de stoornis waar hij of zij aan lijdt
  • Een extrinsieke beperking, door een somatoforme stoornis een deel van het lichaam niet meer kunnen bewegen
  • Een secundaire beperking, door de stoornis is de patiënt beperkt in de situaties waar hij in durft te zijn

Questão 24

Questão
Waar ging de eerste biologische psychologie over?
Responda
  • Het idee van een wisselwerking tussen lichaam en geest
  • Het idee dat psychische problemen voortkomen uit sexuele ervaringen en fantasiën
  • Het onstaan van psychofarmaca

Questão 25

Questão
Welke stellingen zijn waar over de verschillende denkkaders?
Responda
  • De humorenleer stelt dat een stoornis voortkomt uit een disbalans tussen verschillende oerkwaliteiten (warm-koud en droog-nat) die in het menselijk lichaam tot uiting komen in de balans in zwart gal, geel gal, bloed en slijm (flegma)
  • Wier was degene die er mede voor zorgde dat men psychische stoornissen niet langer zag als hekserij of bezetenheid, wat promoot was door de kerk, maar dat het meer gezien werd als iets wat medische aandacht vroeg.
  • Hersenchirurgie is iets wat de eerste biologische psychiatrie kenmerkt
  • Freud's theorieën hielden zich vooral bezig met onbewuste processen
  • De tweede biologische psychiatrie hield zich bezig met het idee van medicijnen voor psychische stoornissen
  • Wernicke ontdekte tijdens de eerste biologische psychiatrie dat wanneer men veel alcohol drinkt je vergeet achtig wordt en je moeite krijgt met motoriek.

Questão 26

Questão
De hermeneutische methode vind aansluiting bij:
Responda
  • De rationele kant van het methodisch dualisme
  • Causal modeling
  • De begrijpende kant van causal modeling
  • De begrijpende kant van het methodisch dualisme

Questão 27

Questão
Welke stelling is juist over Methodisch Dualisme?
Responda
  • Het methodisch dualisme maakt onderscheid tussen de rationeel verklarende en de empatisch begrijpende methode. De rationeel verklarende methode is vooral Intrasubjectief.
  • Het methodisch dualisme maakt onderscheid tussen de rationeel verklarende en de empatisch begrijpende methode. De empatisch begrijpende methode is generaliserend.
  • Het methodisch dualisme maakt onderscheid tussen de rationeel verklarende en de empatisch begrijpende methode. De rationeel verklarende methode is intersubjectief.
  • Het methodisch dualisme maakt onderscheid tussen de rationeel verklarende en de empatisch begrijpende methode. De empatisch begrijpende methode is intersubjectief.

Semelhante

Psychopathologie - HC 3
anne_x
Doctor Who
louisac2011
Leadership and Innovation
Seth Chancy
Materiales compuestos
Astrid Osorio Muñoz
HUGB - MIÐANNAR - PART I
Arnar Leifsson
Microcontroladores
Jose Luis Gaxiola
Flowchart after rebase
Kostas Diakogiannis
Psychopathologie de l'adulte CM9 26-03-18
brice dufour
Psychopathologie de l'adulte CM8 19-03-18
brice dufour