4472063
Description
Quiz by Lyanne Derksen, updated more than 1 year ago
|
Created by Lyanne Derksen
about 8 years ago
|
|
Question 1
Question
Lees onderstaande stellingen:
1. Genetische mutaties voor hematopoetische maligniteiten zijn zeer specifiek voor de maligniteit en zodoende komen algemene mutaties niet voor.
2. Hematologische maligniteiten kennen een cumulatie van genetische veranderingen in de tijd en zijn genetisch ook heterogeen.
Answer
-
Alleen stelling 1 is juist
-
Alleen stelling 2 is juist
-
Beide stellingen zijn juist
-
Beide stellingen zijn niet juist
Question 2
Question
Kennis van specifieke mutaties en de daardoor aangedane pathways in maligniteiten zijn nuttig voor:
Answer
-
Betere classificatie
-
Betere prognostiek
-
Betere behandeling
Question 3
Question
Match methode & doel van de methode:
1. Beenmerguitstrijk en biopt - [blank_start]celtelling (kwantitatief) en morfologie[blank_end]
2. Flowcytometrie - [blank_start]differentiatie eiwitten (membraan/intra)[blank_end]
3.Cytogenetica - [blank_start]grove chromosoomafwijkingen[blank_end]
4. Moleculaire diagnostiek - [blank_start]specifieke DNA veranderingen[blank_end]
Answer
-
celtelling (kwantitatief) en morfologie
-
differentiatie eiwitten (membraan/intra)
-
grove chromosoomafwijkingen
-
specifieke DNA veranderingen
Question 4
Question
Welke ziekte wordt het best omschreven door 'activatie signaalroute, verhoogde aanmaak maar normale differentiatie (functie)'?
Answer
-
Acute leukemie (ALL/AML)
-
Myelodysplastisch syndroom (MDS)
-
Myeloproliferatieve neoplasma (MPN)
Question 5
Question
Wat is de enige juiste aanwijzing voor het diagnosticeren van acute leukemie?
Answer
-
Aanwezigheid van anemie, neutropenie en thrombocytopenie ('pancytopenie') op basis van verdringen van normale hematopoiese door verandering micro-environment
-
Meer dan 20% leukoblasten in het beenmerg
-
Op basis van fenotype: door middel van flowcytometrie kan de lymfatische/myeloïde/ongedifferentieerde oorsprong achterhaald worden
-
Door de afwezigheid van leukocyten in het bloed: blasten hebben zich opgehoopt in het beenmerg en zorgen voor een leukopenie
Question 6
Question
Wat verwacht je NIET te vinden bij myelodysplasie?
Answer
-
Abnormale (dysplastische) cellen en ineffectieve uitrijping (onvoldoende productie)
-
Myeloblasten in het beenmerg <20%
-
Overgang in 1 op 3 patiënten naar acute leukemie
-
Afgenomen cellulariteit in het beenmerg en verlaagde apoptose
-
Dysplasie en cytopenie in bloed in een of meer cellijnen (anemie, thrombopenie, granulopenie)
Question 7
Question
Myeloproliferatieve neoplasmata zijn anders dan MDS en AL omdat eerstgenoemde een stamcelziekte is.
Answer
- True
- False
Question 8
Question
Myeloproliferatieve neoplasmata kunnen ingedeeld worden op Philadelphia-chromosoom positieve en negatieve varianten. Welke is positief?
Answer
-
CML
-
ET
-
MF
-
PV
Question 9
Question
Polycythemia vera is een kwantitatieve stoornis en wordt gekenmerkt door een te veel aan bloedcelproductie (erythrocytose), maar ook trombo- en leukocytose. Welke stelling hieronder is nog meer waar over PV?
Answer
-
De meest voorkomende mutatie van PV is een mutatie in CALR (calreticuline).
-
PV wordt naast erythrocytose ook gekenmerkt door extramedullaire hematopoiese, wat de erythrocytose verergert.
-
Bij polycythemia vera treden arteriële en veneuze tromboses op, waarvoor gewaakt moet worden.
-
Door de hoge mate van genetische instabiliteit vindt frequent overgang in lymfatische of myeloïde blastencrisis (acute leukemie) plaats.
Question 10
Question
Er zijn verschillende manieren/mutaties die leiden tot lymfomen/CLL. Wat is NIET een mechanisme?
Answer
-
Translocatie van t(14;18) (Blc-2)
-
Chronische antigene stimulatie (bijv. H. pylori)
-
EBV-infectie
-
NFkB deficiëntie.
Question 11
Question
Lymfatische maligniteiten worden onderverdeeld in Hodgkinlymfomen en non-Hodgkinlymfomen. Hieronder wat invulvragen.
Answer
-
Reed Sternbergcel
-
Reactieve lymfocyt
Question 12
Question
Non-Hodgkinlymfomen zijn hooggradig, blastaire lymfomen.
Answer
- True
- False
Question 13
Question
Het plaatje hierboven laat een spectrum van bloedeiwitten zien. De verhoogde piek in het rechterplaatje komt door de productie van [blank_start]m-proteïne[blank_end]. Dit eiwit wordt geproduceerd door maligne klonale transformaties van [blank_start]plasmacellen[blank_end].
Answer
-
m-proteïne
-
plasmacellen
Question 14
Question
Lees onderstaande stellingen over multipel myeloom:
1. Multipel myeloom kenmerkt zich door de aanwezigheid van meerdere haarden plasmacellen in het beenmerg.
2. Men moet aan de diagnose multipel myeloom denken bij hypercalciaemie en fracturen of bij amyloïdose.
Answer
-
Alleen stelling 1 is juist
-
Alleen stelling 2 is juist
-
Beide stellingen zijn juist
-
Beide stellingen zijn niet juist
Question 15
Question
Patiënt met MF krijgt een stamceltransplantatie en ontwikkelt huidafwijkingen en gastrointestinale afwijkingen. Zijn SC-transplantatie was:
Answer
-
Allogeen
-
Autoloog
Want to create your own Quizzes for free with GoConqr? Learn more.