2.1 Astma en COPD

Description

Master Respiratoir Systeem Quiz on 2.1 Astma en COPD, created by Lars van Dee on 07/03/2016.
Lars van Dee
Quiz by Lars van Dee, updated more than 1 year ago
Lars van Dee
Created by Lars van Dee about 8 years ago
43
2

Resource summary

Question 1

Question
Astma én COPD zijn restrictieve longaandoeningen.
Answer
  • True
  • False

Question 2

Question
Welke beschrijving past het beste bij astma?
Answer
  • Chronische ontsteking van de luchtwegen, gekenmerkt door hoesten, dyspnoe en dubbelzijdig piepen.
  • Acuut ontstekingsproces van de kleine luchtwegen na contact met een inhalatieallergeen.
  • Type I ontstekingsreactie van de luchtwegen, gepaard gaand met heftig hoesten en slijm opgeven.
  • Chronische obstructieve luchtwegaandoening, gekenmerkt door enkelzijdig piepende ademhaling.

Question 3

Question
Welke GASTHEERfactoren dragen bij aan het ontstaan van astma?
Answer
  • genen die predisponeren voor atopie
  • genen die predisponeren voor brochiale hyperreactiviteit
  • obesitas
  • sexe
  • leeftijd
  • oogkleur
  • dieet
  • tabaksrook

Question 4

Question
Centraal in de pathogenese van astma staat de [blank_start]eosinofiele[blank_end] granulocyt. Deze cel groeit op in het beenmerg onder invloed van IL3, IL5 en GM-CSF uitgescheiden door Th[blank_start]2[blank_end]-cellen. Vervolgens migreren ze naar de periferie om daar deel te nemen aan het chronische inflammatoire proces.
Answer
  • eosinofiele
  • neutrofiele
  • basofiele
  • hyperreactieve
  • 2
  • 1
  • 0
  • z

Question 5

Question
Koude lucht, hyperventilatie en exercise zorgen voor bronhciale hyperreactiviteit bij álle astmapatiënten.
Answer
  • True
  • False

Question 6

Question
Vroege en late response
Answer
  • sympathicomimetica (bronchusverwijding)
  • Corticosteroiden

Question 7

Question
Hooikoorts komt niet door hooi en geeft geen koorts. Een beter naam is: [blank_start]allergische pollinosis[blank_end].
Answer
  • allergische pollinosis

Question 8

Question
Welk symptoom van astma doet uw alarmbellen rinkelen?
Answer
  • eczeem
  • opgeven sputum
  • laagstaande, niet bewegende longgrenzen
  • verlengd piepend experium
  • silent chest

Question 9

Question
Wat is de provocatieve concentratie om de diagnose astma te kunnen stellen?
Answer
  • < 6 mg/ml
  • < 8 mg / ml
  • < 10 mg / ml
  • < 12 mg / ml

Question 10

Question
Voor de verlichting van acute benauwdheidsklachten bij astma heeft inhalatie van kortwerkende [blank_start]β2-sympathicomimetica[blank_end] de voorkeur. [blank_start]Inhalatiecorticosteroïden[blank_end] zijn de eerstekeusmiddelen indien een onderhoudsbehandeling nodig is om astmacontrole te bereiken. Indien met de behandeling met inhalatiecorticosteroïden niet wordt uitgekomen kan een langwerkend [blank_start]β2-sympathicomimetica[blank_end] aan de bestaande onderhoudsbehandeling worden toegevoegd of de dosis [blank_start]inhalatiecorticosteroïden[blank_end] worden verhoogd.
Answer
  • β2-sympathicomimetica
  • Inhalatiecorticosteroïden
  • Inhalatiecorticosteroïden
  • β2-sympathicomimetica
  • β2-sympathicomimetica
  • inhalatiecorticosteroïd
  • inhalatiecorticosteroïden
  • β2-sympathicomimetica

Question 11

Question
Indien sprake is van een ernstige exacerbatie, dan is een orale stootkuur met [blank_start]corticosteroïden[blank_end] geïndiceerd. Voor dergelijke kuren werden veel verschillende schema's gehanteerd. In de NHG-standaard Astma bij volwassenen is bijvoorbeeld gekozen voor [blank_start]predniso(lo)n[blank_end] 30 mg eenmaal per dag gedurende zeven tot veertien dagen.
Answer
  • corticosteroïden
  • prednison

Question 12

Question
Wat hoort bij COPD:
Answer
  • CD4+ T-cellen
  • CD8+ T-cellen
  • macrofagen
  • monocyten
  • eosinofiele granulocyten
  • reversibel
  • irreversibel

Question 13

Question
Een a1-antitrypsin deficiëntie leidt tot:
Answer
  • emfyseem (bij COPD)
  • chronische bronchitis (bij COPD)
  • astma

Question 14

Question
Fenotypen COPD
Answer
  • cor pulmonale
  • blue bloater
  • pink puffer
  • normale O2 saturatie
  • emfyseem
  • chronische bronchitis

Question 15

Question
COPD patiënten hebben een verhoogd risico op:
Answer
  • myocardinfarct, angina pectoris, hartfalen
  • osteoporose, fracturen
  • respiratoire infecties
  • depressie
  • diabetes
  • longkanker
  • anemie
  • glaucoom
  • slaapstoornissen

Question 16

Question
Lichamelijk onderzoek COPD: Inspectie: [blank_start]tonvormige thorax[blank_end] Palpatie: [blank_start]weinig excursie[blank_end] Percussie: [blank_start]laagstaande longgrenzen[blank_end] Auscultatie: zacht ademgeruis, verlengd brommend [blank_start]experium[blank_end]
Answer
  • tonvormige thorax
  • weinig excursie
  • laagstaande longgrenzen
  • hoogstaande longgrenzen
  • experium
  • inspirium

Question 17

Question
Bij COPD daalt de FEV1.
Answer
  • True
  • False

Question 18

Question
Bij COPD daalt de FVC.
Answer
  • True
  • False

Question 19

Question
Bij COPD daalt de FEV1:FVC index.
Answer
  • True
  • False

Question 20

Question
Mijn FEV1/FVC is < 0.70. Verder is mijn FEV1 35% van de voorspelde waarde. Ik heb COPD stadium:
Answer
  • I
  • II
  • III
  • IV

Question 21

Question
Hier zie je een thoraxfoto van een 56-jarige roker. Hij heeft een cor pendulum, een laagstaand en hobbelig diafgragma en boven minder vaattekeningen. Dit doet u sterk denken aan de diagnose: [blank_start]COPD[blank_end].
Answer
  • COPD
Show full summary Hide full summary

Similar

Cells, Tissues and Organs
yusanr98
Geography Restless Earth
sophieelizabeth
AQA AS Biology Unit 2 The Cell cycle
elliedee
Modals & semi-modals
Abeer Alqahtani
Biology -B2
Sian Griffiths
Online Teaching and Learning
Shawna LeBouthil
Chemistry 1
Peter Hoskins
Interactive Multimodal Learning Environments
kaylamclaughlin8
Biology B2.1 Cells, tissues and organs
Corey Meehan
CST Module 6a
Jane Foltz
A child with a stiff neck
fatima alkhateeb