Micro-organismen
|
prionen
bacteriën
virussen
eukaryoten (protozoa/fungi/wormen)
|
creutzfeld - jacob
|
degeneratieve hersenziekte veroorzaakt door prionen
besmetting na eten van besmet vlees van rund met gekkekoeienziekte
|
infectie overdracht
|
endogene infectie
luchttransport (dropletinfectie)
faeco-orale weg
vector
direct contact
|
koorts
|
hypothalamus heeft thermoregulatiecentrum. door vrijstelling van interleukines + tnf: prostaglandineproductie: verhoogde T
oorzaken:
infectie, immunologische aandoeningen, tumor, weefselnecrose, geneesmiddelen
neveneffecten:
stuipen, accute verwardheid, vochtverlies en BD verlaging, vermageren,
behandeling:
paracetamol of salicylaten, afkoeling, oorzaakbehandelen
|
LT meten
|
axillair: 37°C
sublinguaal: 37.2°C
rectaal: 37.5°C
|
onderzoeken bij infecties
|
ondervraging van patiënt
klinisch oz
bloed
beeldvorming
microbiologisch oz
serologie
DNA/RNA in bloed
|
behandeling van infecties
|
antivirale middelen
antibiotica
aanpak van AB-resistentie
|
antibiotica
|
verzwakken of doden bacteria door tussenkomst replicatie
resistentie door fout gebruik
ziekenhuisbacterie: mrsa of esbl - hygiëne!
|
MRSA
|
= methicilline resistente staphylococcus aureus
screeningprogramma in UZ Gent
|
adenovirussen
|
acute keel ontsteking
verschillende subtypes
tegen de schooltijd immuniteit opgebouwd
|
rhinovirussen
|
klassieke verkoudheid
>100 subtypes
enkel mensen en chimpansees
|
rotavirussen
|
verwekker gastro-enteritis met bijgaande respiratoire symptomen
braken, diaree en koorts
kunnen diarree-epidemie veroorzaken
|
mazelen
|
RNA-virus van paramyxogroep
10d incubatie
droplettransmissie
symptomen:
rhinitis, conjunctivitis, koorts, hoesten, witte koplikvlekjes in mond, vlekkerige huiduitslag die begin achter oren en over hele lichaam verspreid
complicaties: (1/3)
otitis, sterfte, encephalitis,, pneumonie
geen behandeling
|
bof of dikoor
|
paramyxo virus
droplettransmissie
symptomen:
koorts, hoofdpijn, spierpijn, gezwollen speekselklieren, pijn bij openen mond en oorpijn
complicatie:
orchitis
zelken ontstking eierstokken en hersenvlies
|
rubella
|
rubella virus
oligosymptomatische infectie met weinig klachten
wel rode vlekjes en opgezette klieren
gaat na enkele dagen weg
CAVE:
congenitale rubella met doofheid of blindheid van pasgeborene
|
gevolgen van HSV
|
HSV I :
*encephalitis
*stomatitis met ulcera
*herpes labialis
*keratoconjunctivitis
HSV II:
genitale herpes
kunnen beide ook andere ziektebeelden hebben
|
HPV
|
overdracht: mond of huid
latente aanwezig in ganglion van n. trigeminus (HSV I) of in sacrale ganglia
(HSV II)
gereactiveerd door stress, infectieziekte, zonlicht... (meestal koortsblaasjes)
behandeling: aciclovir
|
herpes zoster-varicella
|
primo-infectie: windpokken in kindertijd
besmettelijkheid:
begint 2d voor symptomen en eindigt wnnr alles korst is
overdracht: direct contact en luchttransport
latent aanwezig in dorsale ganglia
kan zona ontwikkelen
wnnr dit weg is kan het nog posttherpetische neuralgie veroorzaken: nog pijn doen
behandeling:
windpokken niet
zona: aciclovir
|
CMV
|
cyomegalovirus
meestal onopgemerkte primo-infectie
heropflakkering bij lage immuniteit zoals stress of aids
symptomen:
aantasting hersenen, netvlies van oog, longen en maag -en darmstelsel
diagnose:
specifieke AL aantoenen
via PCR: virus aantonen
|
ebstein-barr virus
|
overdracht: speeksel en aerosol
adolescenten en jong volwassenen
symptomen:
opgezette lymfeklieren
uitgesproken moeheid
soms begeleidende hepatitis
vergrote milt
koort
diagnose: AL aantoenen
behandleing: spontane genezing
zelden heropflakkering
|
influenza
|
3 types virus: abc
ondergaat wijzigngen in RNA en AZ-samenstlling van eiwitkapsel
symptomen:
koorts, pijn in ledematen, hoesten, keelpijn, hoofpijn
gaat weg na 5tal dagen
ouderen: surinfectie
overdracht:
rechtstreeks, onrechtstreeks, droplet
behandeling:
paracetamol en rust, evt AB, antivirale middelen
preventie: vaccin
|
seizoensgriep
|
elke winter
vaccin
kan dodelijk zijn voor risicogroepen
|
pandemische griep
|
bij nieuwe variant van griep
grote verspreiding en makkelijke voerdracht
grote aantal zieken en doden
bv. mexikaanse griep
|
ebola
|
filovirus
subsaharisch afrika peter piot
incubati: 2-21d
symptomen: eerst griepachtig, dan buikpijn door vergrote lever en milt; braken en diarree; conjunctivitis; inw en uitw bloedingen
besmetting grootste kans in 2e helft ziekte
overdracht: direct en indirect
behandeling: geen, isolatie en symptomen
mortaliteit 60-90%
|
besmetting HIV
|
seksueel contact
bloed en bloedproducten
besmette naalden
moeder op kind
|
pathogenese HIV
|
HIV-kapseleiwitten hebben hoge affiniteit voor CD4+lymfocyten.
binden op deze CD4+lymfocyten en komen intracellulair waar ze viraal RNA produceren
dit viraal RNA gaat de kern binnen en zal geïncorporeerd wroden in het cellulair DNA.
op moment van verhoogde virale replicatie met celdood van lymfotyen:
viral load stijgt in het bloed, maar CD4+cellen hoeveelheid daalt: immuniteit daalt
|
diagnose HIV
|
specifieke antilichamen tegen HIV aantonen in bloed
pas + na 3w tot 3mnd
CD4+lymfocyten blijft normaal en gaan na tijdje dalen
= begin AIDS
onder 200/µl = groot risico op infecties
viral load stijgt simultaan met daling CD4+lymfocyten
|
kliniek HIV / AIDS
|
1) acuut viraal syndroom
(2-4w na besmetting)
meestal asymptomatisch
acuut syndroom: griepachtig, gaat vanzelf voorbij
viral load is hoog
HIV-antilichamen zijn negatief
2) asymptomatische fase (latente fase)
+/-10jr, virusreplicatie dus patiënt
blijft besmettelijk
geleidelijke daling CD4+lymfocyten
geleidelijke stijging viral loas
3) symptomatische fase: aids
reactievatie infecties uit verleden
meestal erger verloop
tuberculose, herpes, candida
albicans
specifieke schimmelinfectie
pneumocystis carinii, cryptococcus neoformans (meningitis), candida
kwaadaardige aandoeningen: lymfomen
en kaposi-sarcoom
protozoa: cryptosporidium: diarree
|
behandeling en opvolging hiv en aids
|
3maandelijkse controle:
CD4+lymfotyen en virale load
wnnr daling CD4+lymfocyten: cocktail antivirale middelen om resistentie tegen te gaan
screening naar co-infecties
bij prikaccident: 4w antivirale middelen (PEP)
|
preventie hiv aids
|
besmetting vermijden
vaccin ontwikkelen is moeilijk
|
condylomata accuminata
|
HPV = genitale wratten
papilomavirus
tropisme voor plaveiselepitheel
besmetting: direct venerisch en niet-venerisch
incubatie: 3mnd
symptomen: geen last enkel wratten
behandeling: weghalen, veel controles en verschillende therapiesessies
preventie:
safe sex, HPV vaccin, screenen naar bMhalskanker gn richtlijnen voor jongens
|
syfillis
|
treponema pallidum (spirocheet)
3-4w incubatie
besmetting: wondje of seks
condoom werkt nie altijd
kliniek:
fase 1: ulceratie op plaats van infectie (6w)
fase2: veralgemeende huiduitslag met koorts en algemene malaize (3w)
latente fase: 2jr
fase3: gumma
granulatieweefsel op huid en botten
gevorderde fase 3: aantasting cz, hart en bloedvaten
fase 1&2 zijn besmettelijk
diagnose: specifieke serologie
behandeling: penicilline IM
|
gonorree
|
neisseria gonorrheae
enkel bij mensen
door intiem fysisch contact
meestal asymptomatisch
kliniek:
incubatie 2-5d
man: urethritis met pijnlijke dysurie en etter uit penis
homo's: rectale infectie
vrouw: vaginale afscheiding, urethritis, 50% asymptomatisch met risico op onvruchtbaar worden
diagnose: specifiek onderzoek + cultuur
behandeling: samen met chlamydia: AB
|
Chlamydia trachomatis
|
samen met gonorree, meestal asymptomatisch
door rechtstreeks contact
man: urethritis met dysurie en vochtverlies. rectitis kan
vrouw: meestal zonder symptomen, vochtverlies, dysurie of bloedverlies
diagnose: aantonen in prelevement uit mucosa
behandeling: AB (tetracyclines)
|
trichomonas vaginalis
|
verwekker: protozoön geflagelleerd
vrouw: klachten van toegenomen vaginale afscheiding
mannen: geen klachten
diagnose: oz op vaginaal slijm
behandeling: AB(flagyl) bij vrouw en man
|
pediculosis pubis
|
= schaamluizen
insect die vasthecht aan basis haartjes
vooral mens
legt er eieren
diagnose: jeuk en aantonen insecten
behandelen: luizendodend middel
|
scabiës
|
schuft
sarcoptes scabiei
verspreid in dicht op elkaar levende mensen en seksueel contact
jeukende letsels op huid:
vooral vingers en tenen, handpalmen en voetzolen, oksels en penis
nachtelijke jeuk
behandeliing: lokaal preparaten aanbrengen
|