Dikdarm

Question	Answer
Wat zijn de secundaire verworven oorzaken van de ziekte van Hirschsprung?	# Voeding deficiënt aan voedingsvezels. # Een sedentair leven. # Neurologische aandoeningen: Parkinson, diabetische polyneuropathie, MS, ruggenmergletstels.
Welke metabole aandoeningen kunnen een verworven oorzaak zijn voor de ziekte van Hirschsprung?	Hypokaliëmie, hypocalcemie, hypothyroïdie.
Wat zijn de mechanisch verworven oorzaken van de ziekte van Hirschsprung?	anorectale stricturen, radiatie-proctitis, rectocele.
Radiatie-proctitis	Inflammatie/schade aan de lagere delen vd colon door blootstelling aan x-rays of radiatie.
Rectocele:	Bult vd frontale wand vd rectum in de vagina.
Anismus:	Gebrekkige coördinatie vd spieren betrokken bij defecatie.
Acute appendicitis	Een acute ontsteking vd appendix, eventueel uitgelokt door harde stoelgangsresten. Een evolutie is mogelijk naar gangreneuze en geperforeerde appendicitis, abces, peritonitis.
Wat zijn de symptomen van een acute appendicitis?	# Abdominale pijn: 1ste epi- en mesogastrisch, later in de R-fossa iliaca. # Anorexie, misselijkheid, braken. # Matig hoge koorts. # Lokale peritoneale prikkeling in de R-fossa iliaca # Verhoogde leukeocytose.
Geef de verschillende delen van de dikdarm:	1) Caecum met de appendix, 2) colon ascendens of rechtercolon, 3) colon transversum, 4) colon descendens of linkercolon, 5) sigmoïd, 6) rectum, en 7) anale kanaal.
Leukocytose:	Teveel aan witte bloedcellen.
Divertikel:	Zakvormige uitstulping.
Colondiverticulose:	Een aanwezigheid van meerdere divertikels.
Beschrijf de mucosa van de dikdarm:	Enkellagig, columnair epitheel. Dient voor de absorptie van water en elektrolyten, en zorgt zo voor de indikking van de fecale inhoud. 1500 ml -> 100 ml
Diverticulitis:	De diverticulose is verwikkeld met infectie en ontsteking.
Wat is een verwikkeling van acute diverticulitis?	Ontsteking in en rond een divertikel door retentie van fecaal materiaal; polymicrobiële infectie met aërobe en anaërobe darmbacteriën.
Aërobe bacteriën:	Bacteriën die zuurstof nodig hebben in hun milieu voor hun ontwikkeling en die bestand zijn tegen blootstelling aan de lucht.
Anaërobe bacteriën:	Bacteriën die kunnen leven zonder zuurstof.
Colitis ulcerosa:	Chronisch inflammatoire aandoening vd mucosa vh colon, die vooral voorkomt bij jonge mensen. Er is een variabele uitgebreidheid vd letsels, van rectitis tot pancolitis. De ziekte verloopt met opstoten en remissies, de ernst vd opstoten knn van mild tot levensbedreigend zijn. Onbekende oorzaak; mogelijke rol psychologische factoren bij ontstaan en verloop.
Spondylartropathie:	Chronisch inflammatoire aandoening, gekenmerkt door ontsteking vd sacro-iliacale gewrichten en van andere (para)vertebrale gewrichten, soms leidend tot ankylosering vd wervelzuil.
Toxische megacolon:	Dilatie vh colon, systematische toxiciteit en gevaar voor colonperforatie.
Solitaire adenomateuze poliepen:	Goedaardige, gesteelde of sessiele woekering vd mucosa vh colon. Veroorzaakt door genetische veranderingen in de genen verantwoordelijk voor de normale celproliferatie.
Familiale polyposis coli:	Familiaal voorkomende syndromen, gekenmerkt door een zeer groot aantal poliepen in het colon. Mogelijk voorkomen van poliepen op andere plaatsen vh gastro-intestinale stelsen en extra-intestinale verschijnselen. Veroorzaakt door overgeërfde mutatie in 1 allel vh APC-gen én door verworven verlies vd normale APC-gen, afkomstig vd onaangetaste ouder. Plaats vd APC-genmutatie is bepalend voor de fenotypische expressie.
Attenuated FAP:	Idem als voor FAP, maar <100 poliepen. Tragere en geringere evolutie naar maligne ontaarding. Vooral poliepen in het rechtercolon.
Syndroom van Peutz-Jeghers:	Poliepen in maag, dundarm en colon met geringe neiging tot maligne ontaarding. Symptomen bestaan vooral uit episoden van mechanische dundarmobstructie. Pigmentvlekken op de slijmvliezen van mond en lippen en op de huid.
Familiale adenomateuze polyposis (FAdeomP)	Autosomaal dominante aandoening, gekenmerkt door +100 adenomateuze poliepen, vroegtijdig optredend, met een hoge neiging tot maligne ontaarding op 30-40 jaar.
Syndroom van Gardner:	Polyposis coli met hoge neiging tot maligne ontaarding. Extra-intestinale verschijnselen: osteomata, epidermoïdcysten, desmoïdtymoren vh mesenterium.
Syndroom van Gardner:	Polyposis coli met hoge neiging tot maligne ontaarding. Extra-intestinale verschijnselen: osteomata, epidermoïdcysten, desmoïdtymoren vh mesenterium.
Osteomata:	Traaggroeiende, goedaardige tumor, bestaand uit bot.
Syndroom van Lynch:	Hereditair non-polypose colorectaal kankersyndroom (HNPCC)
Wat suggereert bloedverlies vermengd met de stoelgang?	Een tumor van het colon.
Hereditair non-polypose colorectaal kankersyndroom (HNPCC)	Autosomaal dominante aandoening, met verhoogde frequentie van colonpoliepen en adenocarcinomen. Vroegtijdig optredend en bij voorkeur gelokaliseerd in het rechtercolon.
DNA-herstelgenen/'mismatch repair genes':	Genen verantwoordelijk voor het corrigeren van fouten in het DNA, opgetreden tijdens de replicatie vh DNA. Mutaties hierin leiden tot 'microsatelietinstabiliteit' (MSI).
Wat suggereert bloedverlies op de stoelgang en toiletpapier:	Hemorroïdaal bloedverlies
Wat suggereert valse stoelgangsnood?	Een tumor van het colon.
Valse stoelgangsnood:	Een valse drang om stoelgang te maken.
Adenoom-carcinoomsequentie:	De progressie ve adenomateuze poliep naar colonkanker is een 'multistep' proces, geassocieerd met een opeenstapeling van genetische veranderingen. Deze restulteren in een verhoogde activiteit van genen die de ontwikkeling van kanker bevorderen (oncogenen) en het verlies van genen die tumorgroei afremmen (tumorsuppressorgenen).
Adenoom-carcinoomsequentie:	De progressie ve adenomateuze poliep naar colonkanker is een 'multistep' proces, geassocieerd met een opeenstapeling van genetische veranderingen. Deze resulteren in een verhoogde activiteit van genen die de ontwikkeling van kanker bevorderen (oncogenen) en het verlies van genen die tumorgroei afremmen (tumorsuppressorgenen).
Hemorroïden:	Gestuwde venen in de hemorroïdale veneuze plexus. Inwendig of uitwendig.
Inwendige hemorroïden:	Boven de overgang huid-slijmvlies, bedekt door slijmvlies.
Uitwendige hemorroïden:	Beneden de overgang huid-slijmvlies, bedekt door huid.
Trombose:	Vorming van een bloedprop in een bloedvat of in het hart.
Tis:	Invasie vd mucosa alleen, carcinoom in situ.
T1:	Invasie vd submucosa.
T2:	Invasie vd tunica muscularis propria.
T3:	Invasie vd subserosa of niet-geperitonealiseerde perirectale of pericolisch weefsel.
T4:	Invasie van serosa en/of aangrenzende organen.
N0:	Geen aantasting van regionale lymfeklieren.
Tenesme:	Gevoel van spanning of druk in de anale streek tot echte kramp, met valse stoelgangsnood.
N1:	Invasie van 1-3 regionale lymfeklieren.
N2:	Invasie van 4 of meer regionale lymfeklieren.
M0:	Geen metastasen op afstand.
M1:	Metastasen op afstand.
Wat is de therapie voor acute appendicitis?	Appendectomie
Symptomen Irritable bowel syndroom:	- Abdominale pijn, - Abdominale opzetting, - Gestoorde stoelgangspatroon, - Symptomen van bovenste G.I. tractus, - Andere neurovegetatieve klachten en cancerofobie.
Symptomen van colitis ulcerosa:	# Bloederige diarree, volgens ernst opstoot. # Abdominale pijn, koorts. # Algemene ziekteverschijnselen.
Lokale verwikkelingen van colitis ulcerosa:	Toxisch megacolon (acuut) en coloncarcinoom (laattijdig).
Behandeling FAP:	Totale colectomie met ileostomie of met ileo-anale anastomose (pouch).
Symptomen colonadenocarcinoom:	# Verandernig stoelgangspatroon, # Bloedverlies per anum vermengd met faeces, #Valse stoelgangsnood, #Occult bloedverlies met ferriprieve anaemie, #Abdominale pijn, #Obstructie, #Anorexie en vermagering.
Symptomen hemorroïden:	#Rood bloedverlies per anum, #Prolaps, #Anale jeuk, mucusverlies, #Acute thrombose met hevige pijn.
Behandeling hemorroïden:	#Scleroserende injecties via anuscopie, #Ligaturen, #Operatief.
Anale fissuur:	Scheurtje in het epitheel vh distale anaal kanaal.
Symptomen anale fissuur:	#Pijn bij defaecatie,#Rood bloedverlies per anum, #Secundaire obstipatie.
Diagnose anale fissuur:	Anuscopie.
Irritable bowel-syndroom (IBS)	# Frequent voorkomende, functionele stoornis vh gastro-intestinale stelsel, gekenmerkt door een veranderd stoelgangspatroon en abdominale pijn in afwezigheid van organische pathologie. # Motorische stoornis, als antwoord op verschillende prikkels zoals emoties en voeding. # Rol van viscerale hypersensitiviteit en serotonine in de pathofysiologie.
Symptomen van functioneel maaglijden:	Dyspepsie, pyrosis, misselijkheid, braken.
Tunica muscularis propria	Bestaat uit glad spierweefsel en zorgt voor het transport van de fecale inhoud voor defecatie.
Anale sluitspieren:	Zorgen voor een continentie voor stoelgang. Er is een interne sfincter, bestaand uit glad spierweefsel, en een externe sfincter, bestaand uit gestreept spierweefsel.
ziekte van Hirschsprung:	Aangeboren aandoening waarbij de zenuwcellen in het rectum ontbreken, met spastische samentrekking van dit aganglionaire darmsegment. Geeft chronische constipatie en abdominale opzetting kort na geboorte.

Next up

Description

Resource summary

Similar

	Created by Holly Hulme about 11 years ago