Question 1
Question
Hij heeft tijdens zijn reis meer dan tweehonderd kilometer gefietst.
Kies de persoonsvorm.
Question 2
Question
Was de vlucht van jullie vierentwintig uur te laat geland?
Kies de persoonsvorm.
Question 3
Question
Wij hebben acht weken geleden onze caravan verkocht.
Kies de persoonsvorm.
Question 4
Question
Oma is na tachtig jaar voor het eerst met die vriendin van haar op reis gegaan.
Kies de persoonsvorm.
Question 5
Question
Ons vliegtuig heeft al honderdduizend liter kerosine getankt.
Kies de persoonsvorm.
Question 6
Question
Ik ben niet geïnteresseerd in haar verhaal over dwerghamsters.
Kies de persoonsvorm.
Question 7
Question
Is de bestelling van u wel op het juiste adres geleverd?
Kies de persoonsvorm.
Question 8
Question
Hij heeft zijn besluit zonder haar genomen.
Kies de persoonsvorm.
Answer
-
genomen
-
besluit
-
hij
-
heeft
Question 9
Question
Zij hebben met hun werkschoenen door het natte cement gelopen.
Kies de persoonsvorm.
Question 10
Question
Achter het huis van ons wordt de snelweg naar Assen verbreed.
Kies de persoonsvorm.
Question 11
Question
Mijn grootvader heeft zijn gouden zakhorloge aan mij nagelaten.
Kies de persoonsvorm.
Question 12
Question
Een bever woont met zijn gezin in een hol. Daar houden ze van.
Kies de persoonsvorm.
Question 13
Question
Zijn kamer is een grote bende terwijl de kamer van mij erg schoon is.
Kies de persoonsvorm.
Question 14
Question
Van onze ouders moet ik mijn kamer schoonmaken.
Kies de persoonsvorm.
Question 15
Question
Hey Rida, het schrift van jou lag in hun kamer en ons boek lag daar ook.
Kies de persoonsvorm.
Question 16
Question
Ze is aardig voor haar broertje. Ze gaf het schrift aan hem.
Kies de persoonsvorm.
Question 17
Question
Ik wil jouw schift houden, want je hebt nog steeds mijn nieuwe spelcomputer.
Kies de persoonsvorm.
Question 18
Question
Ik heb nu de spelcomputer van jouw zusje geleend, maar ze wil haar spelcomputer graag terug.
Kies de persoonsvorm.
Question 19
Question
Ik wil dus snel mijn computer terug, het is van mij!
Kies de persoonsvorm.
Question 20
Question
Een klasgenoot van mij heeft ook een leuk spel, maar het is eigenlijk van zijn vader.
Kies de persoonsvorm.
Question 21
Question
Die vader is gek op games en alle spellen in hun huis zijn dan ook van hem.
Kies de persoonsvorm.
Question 22
Question
Ik ga nu eindelijk die kamer poetsen met uw schoonmaakspullen.
Kies de persoonsvorm.
Question 23
Question
Hebben jullie je tas ingepakt?
Kies de persoonsvorm.
Question 24
Question
Volgens mij is die auto van jullie gisteren door de wasstraat gegaan.
Kies de persoonsvorm.
Question 25
Question
Ze moest naar de tandarts, maar was vergeten om haar tanden te poetsen.
Kies de persoonsvorm.