Persoonsvorm - level 1

Description

1 Spelling Quiz on Persoonsvorm - level 1, created by Meester Sangho on 23/06/2021.
Meester Sangho
Quiz by Meester Sangho, updated more than 1 year ago
Meester Sangho
Created by Meester Sangho over 4 years ago
5
0

Resource summary

Question 1

Question
Hij heeft tijdens zijn reis meer dan tweehonderd kilometer gefietst. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • heeft
  • hij
  • gefietst

Question 2

Question
Was de vlucht van jullie vierentwintig uur te laat geland? Kies de persoonsvorm.
Answer
  • was
  • geland
  • jullie

Question 3

Question
Wij hebben acht weken geleden onze caravan verkocht. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • wij
  • verkocht
  • hebben

Question 4

Question
Oma is na tachtig jaar voor het eerst met die vriendin van haar op reis gegaan. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • oma
  • haar
  • gegaan
  • is

Question 5

Question
Ons vliegtuig heeft al honderdduizend liter kerosine getankt. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ons
  • heeft
  • getankt

Question 6

Question
Ik ben niet geïnteresseerd in haar verhaal over dwerghamsters. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ik
  • ben
  • geïnteresseerd

Question 7

Question
Is de bestelling van u wel op het juiste adres geleverd? Kies de persoonsvorm.
Answer
  • is
  • u
  • geleverd

Question 8

Question
Hij heeft zijn besluit zonder haar genomen. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • genomen
  • besluit
  • hij
  • heeft

Question 9

Question
Zij hebben met hun werkschoenen door het natte cement gelopen. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • gelopen
  • zij
  • hebben

Question 10

Question
Achter het huis van ons wordt de snelweg naar Assen verbreed. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ons
  • verbreed
  • wordt

Question 11

Question
Mijn grootvader heeft zijn gouden zakhorloge aan mij nagelaten. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • mijn
  • zijn
  • mij
  • heeft

Question 12

Question
Een bever woont met zijn gezin in een hol. Daar houden ze van. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • zijn
  • woont
  • in
  • houden
  • ze

Question 13

Question
Zijn kamer is een grote bende terwijl de kamer van mij erg schoon is. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • is
  • zijn
  • mij

Question 14

Question
Van onze ouders moet ik mijn kamer schoonmaken. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • onze
  • schoonmaken
  • ik
  • moet

Question 15

Question
Hey Rida, het schrift van jou lag in hun kamer en ons boek lag daar ook. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • jou
  • lag
  • hun

Question 16

Question
Ze is aardig voor haar broertje. Ze gaf het schrift aan hem. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ze
  • is
  • gaf
  • hem

Question 17

Question
Ik wil jouw schift houden, want je hebt nog steeds mijn nieuwe spelcomputer. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • jouw
  • hebt
  • houden
  • wil

Question 18

Question
Ik heb nu de spelcomputer van jouw zusje geleend, maar ze wil haar spelcomputer graag terug. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ik
  • heb
  • geleend
  • wil

Question 19

Question
Ik wil dus snel mijn computer terug, het is van mij! Kies de persoonsvorm.
Answer
  • wil
  • is

Question 20

Question
Een klasgenoot van mij heeft ook een leuk spel, maar het is eigenlijk van zijn vader. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • heeft
  • is

Question 21

Question
Die vader is gek op games en alle spellen in hun huis zijn dan ook van hem. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • is
  • zijn
  • hun
  • hem

Question 22

Question
Ik ga nu eindelijk die kamer poetsen met uw schoonmaakspullen. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ik
  • ga
  • poetsen

Question 23

Question
Hebben jullie je tas ingepakt? Kies de persoonsvorm.
Answer
  • ingepakt
  • jullie
  • hebben

Question 24

Question
Volgens mij is die auto van jullie gisteren door de wasstraat gegaan. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • mij
  • gegaan
  • jullie
  • is

Question 25

Question
Ze moest naar de tandarts, maar was vergeten om haar tanden te poetsen. Kies de persoonsvorm.
Answer
  • moest
  • was
  • poetsen
Show full summary Hide full summary

Similar

Developing Grammar and Spelling Skills
Bob Read
English spelling rules
Sarah Holmes
Spelling, punctuation and grammar in English
Sarah Holmes
Common spellings
Alan Stone
NT2 ⎜Enkele of dubbele klinker ★
Clarisse SK
Spelling Quiz
Janna Tiearney
Grammar and Spelling Quiz
Steve Murray
Commonly confused words
Alan Stone
Spelling: verkleinwoorden
Maaike Zijm
Jobs in Irish
laur3230
Review numbers 0 - 10
Teacher Scott