Recht 1

1. Strafrecht
   1. Tussen staat en burger
2. Civiel recht
   1. Tussen burgers of bedrijven onderling
3. Soorten rechters
   1. Strafrecht
      1. Hoge raad

         Anmerkungen:

         • Van rechtbank naar Hoge Raad = Cassatie
         1. Rechtbank

            Anmerkungen:

            • Van kantongerecht naar rechtbank = hoger beroep
            • De rechtbank doet altijd misdrijven (meestal door 1 rechter bij lichte misdrijven) en (3 rechters bij zware misdrijven).    
            1. Kantongerecht
               1. Overtreding
            2. Misdrijf

               Anmerkungen:

               • Wetboek Strafrecht: Omschrijving van misdrijven Wetboek strafrecht vorederingen:  Omschrijving van procedures etc.
               1. Proportionaliteit

                  Anmerkungen:

                  • Jou gebruik van geweld moet in verhouding staan tot hetgene waarmee de "aanvaller" jou wil aanvallen.   slaan > slaan pistool > pistool NIET: slaan> pistool
                  1. Noodweer
         2. Europees Hof
         3. Gerechtshof

            Anmerkungen:

            • Alleen bij misdrijf in geval van strafrecht. 
   2. Burgelijk (civiel) recht

      Anmerkungen:

      • Vind je terug in het Burgelijk Wetboek (B.W.)  Procedures vind je in het wetboek van Burgelijke rechtsvordering
      • Zelfde typen rechters als bij strafrecht.
4. Bestuursrecht

   Anmerkungen:

   • Relatie burger en overheid
   • Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) Er bestaat ook nog Bijzonder Bestuursrecht > deze zoomen in op een bepaald deelgebied.
   • Elk besluit van de overheid moet: A: Voldoen aan de wet B: Moet voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur
   1. Bijvoorbeeld met het bouwen van een huis
      1. Bouwvergunning
         1. Bouwwet
      2. Ruimte orderning
      3. Milieu
      4. Veiligheid
      5. Belanghebbende

         Anmerkungen:

         • Bijvoorbeeld een buurvrouw bij het bouwen van een huis.    Stadsinwoners bij het bouwen van een chemische fabriek Of een stichting voor het behoud van bomen bijvoorbeeld.
         • Vooraf bezwaar is mogelijk, binnen 6 weken. 
         • 1. Bezwaar bij instantie die besluit nam.   2. Daarna in beroep, meestal bij d rechtsbank  (afd. bestuursrecht) 3. Afd. rechtspraak Raad van State.
   2. Bijzonder recht gaat voor algemeen recht
   3. Legaliteit

      Anmerkungen:

      • Moet gebaseerd zijn op een algemene wet of een bijzondere wet.
   4. Algemene beginselen van behoorlijk bestuurd
      1. Open Norm

         Anmerkungen:

         • Een norm die niet in de wet beschreven staat, maar wat redelijkheid en billelijkheid is.
         • Zowel in het burgelijkrecht als in het bestuursrecht.
         1. Redelijkheid en billelijkheid

            Anmerkungen:

            • Heeft o.a. te maken met fatsoensnormen.

1. Grondrechten
   1. Klassieke grondrechten
      1. Recht op vrijheid van meningsuiting, kiesrecht, privacy
      2. Beschermt burger van overheid
   2. Sociale grondrechten
      1. Recht op huisvesting, sociale zekerheid, onderwijs,

Anmerkungen:

• Niet alles wat wettelijk mogelijk is is niet altijd ethisch.

Anmerkungen:

• Eenmanszaak Maatschap VOF (c.v.) Stichting Vereniging BV NV
• Rechtspersoon = is privévermogen en zakelijk vermogen gescheiden. Te vinden in boek BW2

Anmerkungen:

• A doet een aanbod aan B
• Technisch gezien kan elke overeenkomst mondeling.   Maar schriftelijk is beter.
• Een overeenkomst moet schriftelijk bij de volgende zaken: - Huis (kadaster) (hypotheek) - Grond (kadaster) (hypotheek) - Vliegtuig                (hypotheek) - Schip                     (hypotheek) Kenmerk; allen in een register. Alle: Onroerend goed Alle vier hebben ook een onderpand.
• wilsgebreken: -Dwaling -Bedrog -Bedreiging -Misbruik van omstandigheden zie hfstk 12
• Algemene regels staan in boek 6.  En in boek 7 staan specifieke regels. BW

1. Roerend goed

   Anmerkungen:

   • VB: Ik wil je wel 100 euro lenen, maar dan wil ik je horloge als (onder)pand.  Stiltpand: Stil onderpand : roerende zaken dienen als onderpand voor een lening, maar je hoeft de spullen niet aan iemand te geven.
2. Zekerheidsrechten

   Anmerkungen:

   • Pand bij roerende zaken Bij hypotheek iets onroerends De bank mag dit verkopen indien jij niet aan je financiële verplichtingen voldoet.
3. Contractsvrijheid

   Anmerkungen:

   • Elk contract mag sluiten, waarover en hoe je maar wilt.  Echter wordt die soms beperkt: bv. mag je een contract sluiten om je schoonmoeder om te laten leggen. (in strijd met de wet openbare zeden)
4. Verbintenissen

   Anmerkungen:

   • Bijvoorbeeld leveren en betalen.
5. Consumentenkoop!!

   Anmerkungen:

   • in deze titel wordt verstaan onder "consumentenkoop": de koop met betrekking tot een roerende zaak,
   • Tussen een consument en een bedrijf.  Altijd!
6. Algemene voorwaarden

   Anmerkungen:

   • Eigenlijk altijd bij overeenkomsten. Bijvoorbeeld  - Huurcontract (wat er gebeurd als je niet betaald, wie verantwoordelijk is voor reparaties etc) - Koopcontract. - Betalingstermijn - Garantietermijn Ben je gebonden aan algemene voorwaarden? Ja Mag daar alles in? Ja en nee, er is daarvoor een zwarte lijst, bevat bepalingen die te nadelig zijn voor de consument en daardoor verboden. Grijze lijst: soms toegestaan, soms verboden.     (BW Algemene voorwaarden)
   • Dienen duidelijk gepubliceerd te zijn.
   • Recht van reclame, lijkt op het eigendomsvoorbehoud.

Anmerkungen:

• Mag je niet van afwijken.

1. Aanvullend recht

   Anmerkungen:

   • Het recht om het contract uit te breiden met wat je maar wilt.

Anmerkungen:

• Ketenaansprakelijkheid

1. Onrechtmatige daad

   Anmerkungen:

   • Handeling die in strijd met de wet is en waarbij de veroorzaker aansprakelijk is voor schade.  Art 162 BK 6 BW
   • Eisen waar aan voldaan moet zijn om iemand aan sprakelijk te stellen voor schade aan een onrechtmatige daad: - onrechtmatigheid: wet - toerekenbaarheid: schuld - schade - causaal verband
   • Alle eisen voldaan, dan aansprakelijkheid
   1. Onrechtmatigheid (wet)

      Anmerkungen:

      • Er bestaan rechtvaardigingsgronden *** (onr: - noodweer Bij noodweerexces krijg je wel weer straf. 
   2. Toerekenbaarheid

      Anmerkungen:

      • Schuld
   3. Schade
   4. Causaal verband

      Anmerkungen:

      • Is er een verband tussen oorzaak en veroorzaker. 
2. Schuld aansprakelijkheid

   Anmerkungen:

   • Wie eist, moet bewijzen.
3. Risico aansprakelijkheid

   Anmerkungen:

   • Bijvoorbeeld boom vanuit jouw tuin die op de postboder valt. 

Anmerkungen:

• Hoofdstuk 14 Paragraaf 14.6