Zusammenfassung der Ressource
DNA-fingerprinting
- Wat?
- Onderzoekstechniek identificatie individuen
- Visualisatie DNA-fragmenten
- Gebruik
- Gerechterlijk onderzoek
- Bepaling bloedverwanten
- Methode
- 1. Isolatie DNA (uit cellen van BV. mondepitheel)
- Opm = veel DNA nodig ->
noodzakelijke hoeveelheid
verkregen door PCR
- 2. PCR = binding specifieke primers aan sterk repitief DNA
- Sterk repitief
DNA = overal
verspreid en afh v
individu (anders
bij ied)
- gebruikt v identificatie, want
geen schending privacy individu
(bevatten geen info over ziektes
of eigenschappen
- 3. vermenigvuldigd repetitief DNA geknipt mbv restrictie-enzymen
- DNA te lang om in 1x
onderzocht te worden +
restrictie-enz knippen
elk volgens een bep
patroon
- 4. fragmenten gescheiden op grootte -> bandenpatroon
- bandenpatroon =
- uniek
voor elk
individu
- daders identificeren bij
overeenkomst bandenpatroon DNA
opgemaakt met biologische
misdaadsporen
- bandjes gemeenschappelijk =
bloedverwantschap
- Gelelektroforese ->
- Wat?
- Bepaling lengte
DNA-fragment (en eventuele
scheiding v andere
DNA-fragmenten
- Hoe?
- 1. Stolling agarose-oplossing
- 2. DNA-stalen in slotjes
- 3. migratie DNA-fragmenten
- 4. vgl streepjespatroon onderzocht DNA met streepjespatroon bekend DNA-fragm
- streepjespatroon = stukjes DNA v verschillende lengtes
uit 1 DNA-fragm uit elkaar getrokken
- 1 bandje DNA kan hierdoor geïsoleerd worden
- Hoe kleiner, hoe minder weerstand. Hoe groter,
hoe moeilijker door de gel bewegend) ->
- aanbrengen spanningsverschil (elektroden aan
weerszijden slotjes met constante stroom) één
pool negatief door aanwezigheid fosfaatgroepen
in DNA-fragm ->
- -> creatie slotjes met kam
- toevoeging kleurstof
aan DNA-fragm ->