Bezit /Houderschap/eigendom

Bezit: houden voor zichzelf (Art.3:107 BW)
1. naar buiten toe blijkende feitelijke macht + pretentie van toebehoren
2. Door middel van een overgang naar algemene titel Art.3:116 BW
3. wettelijke vermoedens
  1. Art.3:109 BW: wie houdt wordt vermoed voor zichzelf te houden
  2. Art.3:118 lid 3 BW: bezit wordt vermoed te goeder trouw te zijn
  3. Art.3:119 BW: bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn
4. bezit te goeder trouw (Art.3:118 lid 1 BW): indien iemand zich als rechthebbende beschouwt en zich ook zo mag beschouwen
  1. Is een bezitter eenmaal te goeder trouw dan blijft hij ter goeder trouw (Art.3:118 lid 2 BW)
5. Functies van bezit
  1. Goederenrechtelijke functie: bij overdracht/ verjaring/occupatie/derelictie
  2. bewijsfunctie: bezit ter goeder trouw schept het wettelijk vermoeden van toebehoren
  3. actiefunctie: Art.3:125 BW geeft de bezitter een bevoegdheid tot dezelfde goederenrechtelijke acties als de rechthebbende
  4. materiele functie: indien de bezitter te goeder trouw het goed moet afgeven wordt hij nog tot op zekere hoogte beschermd
    1. recht op de vruchten
    2. ius tollendi
  5. aansprakelijkheidsfunctie:de bezitter wordt kwalitatief aansprakelijk geacht voor schade aangebracht door goederen
6. occupatie: inbezitneming door feitelijke machtsverschaffing
7. bezitsverschaffing
  1. brevi manu: bezitsverschaffing aan houder 3:115 sub b
  2. longa manu: bezitsoverdracht aan een ander dan de houder 3:115 sub c
  3. constitutum possesorium: voorbehoud van houderschap door vervreemder 3:115 sub a
  4. feitelijke overgave v/d zaak 3:114
Houderschap: houden voor een ander
1. naar buiten blijkende feitelijke macht
Onmiddelijk: geen tussenpersoon
middelijk: door middel van een tussenpersoon
onderscheid: Art.3:108 BW: door middel van uiterlijke feiten
verbod van interventie Art.3:111 BW
1. Houder kan zijn houderschap niet wijzigen in bezit
2. Houder kan zijn houderschap niet wijzigen in houden voor een ander dan de oorspronkelijke bezitter
3. uitzondering1: indien de middelijk bezitter zijn medewerking verschaft voor de omzetting
4. uitzondering 2: Houder te goeder trouw spreekt het recht van de middelijk bezitter tegen
Eigendom (Art.5:1 BW): het meest omvattende recht op een zaak
1. individualisatie eis: slechts geindividualiseerde zaken zijn vatbaar voor eigendom
2. tevens eigenaar van de bestanddelen van de zaak
3. Beperkingen
  1. verbod van onrechtmatig handelen (Art.6:162 BW)
  2. misbruik van omstandigheden (Art.3:13 BW)
  3. Hinder Art.5:37 BW: trilling/stank/rook/gas etc.
    1. gezichtspunten: aard, ernst, duur, toegebrachte schade
    2. chronische hinder: anterioriteitsbeginsel = wie woonde er eerder ?
  4. bezwaring met beperkt recht

Next up

Bezit /Houderschap/eigendom

Description

Resource summary

Similar

	Created by N NN almost 11 years ago