29132228
Description
Flashcards by Lotte Cresens, updated more than 1 year ago
|
Created by Lotte Cresens
about 3 years ago
|
|
| Question | Answer |
|
Image:
His (binary/octet-stream)
|
Collagene vezels A) Collagene fibrillen B) Dwarse streping C) Vezel |
| Kraakbeenweefsel 1) Chondroblast 2) Matrix 3) Hyalijn kraakbeen 4) RER 5) Matrix 6) Lipidendruppels 7) Glycogeenkorrels | |
| Hyalijn kraakbeen Celgroepjes (gaat vermenigvuldigen en matrix produceren = interstitiële (isogene) groei | |
| Beenweefsel (trabekel) 1) Osteoclast 2) Osteocyten 3) Osteocyten 4) Osteoblastenzoom (botrandcellen) 5) Osteoclast 6) Matrix | |
| Lamellair beenweefsel 1) Osteocyten 2) Zuil van Havers, osteon | |
| Kraakbeen 1) cellen: chondroblasten 2) matrix, homogeen: hyalijn kraakbeen 3) Celgroepjes: interstitiële groei | |
| Groeikraakbeenschijf 1) Geserieerde zone 2) Hypertrofische zone 3) Zone van voorlopige calcificatie 4) Celgroepjes: interstitiële groei 5) Matrix 6) Bloedvaatjes (erythrocyten) 7) Chondroplast 8) Matrix verkleurt | |
| Fibreus beenweefsel 1) Osteoblasten: appositionele groei 2) Beenmerg 3) Fibreus beenweefsel 4) Kraakbeenmatrix 5) Beenmatrix 6) Osteoclast 7) Osteocyten (gn groepjes = gn groei (int) | |
| Lamellair beenweefsel 1) Periost (dens bindweefsel) 2) Mesenchymcellen 3) Embryonaal skeletspierweefsel 4) Osteoblasten 5) Kanaal v Havers 6) Bloedvat 7) Osteocyten + Matrix = lamellair beenw | |
| Glad spierweefsel (overlangse doorsnede) 1) Spoelvormige kern 2) Homogeen (glad) cytoplasma | |
| Skeletspiervezels (overlangs) 1) Spiervezel 2) Dwarse streping 3) Perifere kernen: syncytium | |
| Skeletspiervezel (overlangs) 1) A-banden 2) I-banden 3) Spiervezel 4) Z-membranen 5) Celkern | |
| Skeletspiervezel (dwars) 1) Spiervezel 2) Perimysium met bloedvaatje 3) Perifere kernen 4) Myofibrillen | |
| Skeletspiervezel: myofibrillen (overlangs) 1) Celkern 2) Mitochondria 3) Skeletspiervezel 4) Myofibril | |
| Skeletspiervezel: myofibrillen (overlangs) 1) A-band: actine + myosine 2) Z-membraan 3) Sacromeer 4) Triaden 5) I-band: actine 6) H-schijf 7) Myofibril 8) M-streep | |
| Myofibrillen (dwars) 1) I-band 2) A-band 3) Glycogeenkorrels 4) (in vierkant) Myofibril 4) Z-membraan 5) Mitochondrium | |
| Skeletspiervezel 1) M-band 2) A-band 3) I-band 4) T-tubulus 5) Sarcoplasmatisch reticulum 6) Z-membraan 7) Triade 8) Sarcoplasmatisch reticulum | |
| Skeletspierweefsel 1) Skeletspiervezels | |
| Skeletspiervezels (overlangs) 1) Perifere kernen 2) Dwarse streping 3) Skeletspiervezel (cilindrisch) 4) Bindweefsel: endomysium 5) Kernen (syncytium) | |
| Skeletspiervezel (overlangs) 1) A-band 2) I-band 3) H-schijf 4) Z-membraan | |
| Skeletspiervezel (dwars) 1) Perifere kernen 2) Capillair 3) Bindweefsel: endomysium 4) Spiervezel 5) Myofibrillen: veldjes v Cohnheim | |
| Golgi-kleuring 1) Multipolair neuron 2) Gemmulae 3) Dendriet 4) Perikaryon 5) Dendriet 6) Dendriet 7) Axon | |
| Nissle-kleuring 1) Nissle substantie 2) Multipolaire neuronen 3) Pseudo-unipolaire neuronen 4) Dendrieten 5) Polygonaal cellichaam 6) en 9) Euch. celkern met dense nucleool 7) en 10) Axonheuvel 8) Bolvormig cellichaam | |
| Axon (overlangs) 1) Axon 2) SER 3) Mitochondrion 4) Microtubulus | |
| Schwanncellen: zenuwvezels in het PZS 1) Axon 2) en 6) Nucleus schwanncel 3) myelinehuls 4) gemyeliniseerde zenuwvezel 5) ongemyeliniseerde zenuwvel | |
| Gemyeliniseerde zenuwvezels 1) axon 2) myelinehuls | |
| Gemyeliniseerde zenuwvezels 1) nucleus Schwanncel 2) Basale lamina 3) Collagene fibrillen 4) Axon 5) Myelinehuls 6) Celmembraan Schwanncel 7) Mitochondrion | |
| Knoop van Ranvier 1) Axon 2) Knoop van Ranvier 3) Basale lamina 4) Collagene fibrillen 5) Cytoplasma 6) Uitlopers Schwanncel | |
| Gemyeliniseerde zenuwvezels 1) Nucleus Schwanncel 2) Axon 3) Myelinehuls | |
| Neuroneurale juncties 1) Synaptische vesikels 2) Axonale eindknop (presynaptisch) 3) Neuroneurale junctie 4) Dendriet (postsynaptisch) | |
| Neuroneurale juncties 1) dendriet (postsynaptisch) 2) Synaptische vesikels 3) Neuroneurale junctie 4) Axonale eindknop (presynaptisch) | |
| Skeletspiervezels: neuromotorische junctie 1) LM 2) Motorische eindplaat 3) Motorische zenuwvezels 4) Spiervezel | |
| Neuromotorische junctie 1) Mitochondrium 2) Synaptische spleet (+ basale lamina) 3) Myofibrillen 4) Spiervezel (postsynaptisch) 5) Chemische transmissie 6) Motorische eindplaat (presynatisch) 7) Synaptische vesikels | |
| Perifere zenuw 1) Perineurium 2) Gemyeliniseerde zenuwvezels 3) Dwarse doorsnede 4) Overlangse doorsnede 5) Axon 6) Kernen Schwanncel 7) Myelinehuls | |
| 1) "Witte" stof 2) Wortels spinale zenuwen 3) Ventrale hoorn 4) "Grijze" stof 5) Dorsale hoorn | |
| Ruggenmerg 1) Grijze stof: cellichamen neuronen = schakelingen (processoren) 2) Celkernen, astrocyten | |
| 1) Cellichamen neuronen 2) Cellichamen (perikayon) met Nisslese substantie 3) Celkern 4) Axonheuvel 5) Dendriet 6) Slijtagepigment 7) Celkernen astrocyten | |
| Cerebellum 1) Witte stof 2) Grijze stof: granulaire laag 3) Grijze stof: moleculaire laag | |
| Cerebellum 1) Grijze stof: cortex 2) Granulaire laag 3) Moleculaire laag 4) Witte stof 5) Bloedvat 6) Pia mater | |
| Cerebellum 1) Witte stof 2) Granulaire laag 3) Moleculaire laag 4) Cortex 5) Cellichamen Purkinjecellen | |
| 1) Gliacellen, neurale cellichamen, dendrieten Purkinjecellen, axonen granulaire neuronen (horizontale vezels) 2) Purkinjecel 3) Basis dendrietenstelsel 4) Cellichamen granulaire neuronen 5) Glomerulus: axonale eindknop mosvezel | |
| Lang bot - diafyse overlangs 1) Periosteum 2) Dens bindweefsel 3) Osteonen (lamellair beenweefsel) 4) Mesenchym 5) Circumferentiële lamellen (lam beenw) 6) Beenmerg 7) Kanalen v Havers 8) Compact beenweefsel 9) Spongieus beenweefsel | |
| Spongieus lamellair beenweefsel (diafyse) 1) Beenmerg 2) Osteoblastenzoom 3) Osteocyten, matrix 4) Osteolast 5) Osteoblasten (botrandcellen) | |
| Lengtegroei lang bot 1) Gewrichtskraakbeen 2) Spongieus beenweefel 3) Groeikraakbeenschijf 4) Epifyse 5) Diafyse 6) Fibreus beenweefsel (metafyse) | |
| Groeikraakbeenschijf 1) Epifyse 2) Diafyse 3) Geserieerde zone (celrijen: interstitiële axiale groei) 4) Hypertrofische zone 5) Vorming fibreus beenweefsel 6) Verkalkte kraakbeenmatrix 7) Zone van voorlopige calficatie | |
| Fibreuze beentrabekel (groeikraakbeenschijf) 1) Osteoblasten 2) Verkalkte rest kraakbeenmatrix 3) Osteocyten 4) Osteoclast | |
| Spinale zenuw - vezelbundel 1) bindweefsel: perineurium 2) gemyeliniseerde zenuwvezels 3) bindweefsel: endoneurium | |
| Ruggenmerg, LM, dwars, nissl kleuring 1) Dorsale kolom 2 Dorsale wortels, spinale zenuwen 3) Laterale kolom 4) Ventrale hoorn 5) Dorsale hoorn 6) Anterieure kolom 7) Ventrale wortels, spinale zenuwen 8) Witte stof 9) Grijze stof 10) Pia mater 11) Dura mater | |
| Ruggenmerg, LM, dwars, nissle + myeline 1) Dorsale kolom 2) Witte stof 3) Dorsale wortels, spinale zenuwen 4) Dorsale hoorn 5) Laterale kolom 6) Grijze en 7) Witte commissuur 8) Ventrale hoorn 9) Grijze stof 10) Pia mater 11) Anterieure kolom 12) ventrale wortels, spinale zenuwen | |
| Ruggenmerg LM 1) Dura mater 2) Dorsale kolom 3) Dorsale hoorn 4) Centraal kanaal 5) Dorsale wortel, spinale zenuwen 6) Laterale kolom 7) Witte stof 8) Grijze stof 9) Ventrale hoorn 10) Anterieure kolom 11) ventrale wortel, spinale zenuw 12) spinaal ganglion | |
| Spinale grijze stof, LM 1) Ventrale hoorn 2) en 6) Multipolaire motorische neuronen 3) en 5) Celkernen astrocyten 4) Axonheuvel | |
| Corticale grijze stof: cerebellum 1) Witte stof: medulla 2) Grijze stof: cortex 3) Follium 4) ARBOR VITAE | |
| Cerebellum, LM 1) Cortex 2) Moleculaire laag 3) Granulaire laag 4) Purkinjecellen 5) Pia mater 6) Medulla | |
| Cerebellum, LM 1) Moleculaire laag 2) Astrocyten 3) Dendrieten 4) Purkinjecellen 5) Granulaire neuronen of stellaatcellen 6) Glomerulus | |
| Hartspierweefsel, dwars 1) Centrale kern 2) Perinucleaire halo 3) Myofibrillen 4) Hartspiervezel 5) Uitloper | |
| Hartspierweefsel, overlangs 1) Trapvormige strepen 2) Centrale kernen 3) Dwarsstreping 4) Perinucleaire halo | |
| Trapvormige strepen = celjuncties: Geïntercaleerde schijven 1) Myofibril 2) Geïntercaleerde schijf | |
| Elastische arteries, aorta 1) Tunica intima: celkernen en endotheelcellen 2) Tunica intima 3) Tunica adventitia 4) Tunica media | |
| Capillairen, LM 1) Kernen endotheelcellen 2) Kern endotheelcel 3) Erythrocyt 4) Diameter nauwste capillair = diameter erythrocyt (7micrometer) | |
| Capillairen 1) Celkern endotheelcel 2) Cytoplasma endotheelcel | |
| Endotheelcellen, EM 1) Basale lamina 2) Occluderende junctie 3) Interdigitatie 4) Hemidesmosoom 5) Filamenten 6) Vesikels (uitw transcellulair) 7) en 8) Caveolae | |
| Fundische klieren 1) Pariëtale cellen | |
| Pariëtale cellen 1) Pariëtale cellen (bolrond, eosinofiel cytoplasma) 2) Canaliculus met microvilli 3) Mitochondria 4) Lumen fundische klier | |
| Zymogeencellen EM 1) RER 2) Corium 3) Celbasis | |
| Villi - Enterocyten 1) Epitheel 2) Lumen 3) Bloedcapillair 4) Borstelzoom (enterocyten) 5) Villus 6) Slijmbekercel 7) Corium 8) Lacteaal | |
| Enterocyten 1) Microvilli 2) Overlangs 3) Junctioneel complex 4) Borstelzoom 5) Apicaal cytoplasma enterocyt 6) Terminaal web | |
| Juncties: junctioneel complex (EM) 1) Lumen 2) Occulerende junctie: zonula occludens, tight junction 3) Adherende junctie: zonula adherens 4) Terminaal web 5) Desmosoom: macula adherens 6) Intermediaire filamenten | |
| Muco- of glycoproteïnensecreterende cellen (EM) 1) Gepolariseerde axiaal symmetrische cel 2) Golgi-complex 3) RER | |
| Lever 1) Leverlobje 2) Centrolobulaire vene 3) Portaal veldje | |
| Portaveldje (LM) 1) Portaveldje 2) Vena porta hepatica 3) Ductus hepaticus (galgang) 4) arteria hepatica | |
| 1) Vena centrolobularis (hepatica) | |
| Exocriene pancreas (EM) Concentrische cisternen RER | |
| Eilandjes van Langerhans (EM) 1) Sereuze acini 2) Eilandjes van Langerhans | |
| Slokdarm 1) Submucosa 2) Muscularis (musculosa) interna 3) musculosa externa 4) Mucosa: epitheel 5) Mucosa: lamina propria (corium) | |
| Slokdarm 1) Mucosa 2) Epitheel (samengesteld, plaveiselig, niet verhoornd = Malpighiaans) 3) Lamina propria of corium | |
| Maagfundus 1) Mucosa 2) Infundibula 3) Muscularis mucosae 4) Fundusklieren 5) Submucosa | |
| Jejunum 1) Mucosa 2) Serosa 3) Plica van Kerckring 4) Musculosa (interna) 5) Villi 6) Musculosa (externa) 7) Submucosa | |
| Jejunum 1) Villi 2) Crypten van Lieberkühn 3) Mucosa 4) Muscularis mucosae 5) Bloedvat 6) Submucosa 7) Binnenste circulaire laag 8) Musculosa 9) Buitenste overlangse laag 10) Serosa | |
| Villi 1) Enterocyten 2) Borstelzoom 3) Spiertje van Brücke 4) Villus 5) Corium 6) Lumen 7) Capillair 8) Goblet | |
| Trachea 1) tunica fibrocartilaginea (kraakbeenring) 2) mucosa 3) adventitia 4) submucosa (klieren) 5) lymfeknoop 6) vetweefsel 7) tracheaspier (van Reisessen) | |
| Trachea 1) Mucosa 2) Submucosa 3) tunica fibrocartilaginea 4) hyalijn kraakbeen 5) epitheel 6) lamina propria 7) submucosale klieren | |
| Trachea: epitheel 1) Gecilieerd epitheel 2) cilia (dwars) 3) microvilli | |
| Gobletcellen 1) gepolariseerde, axiaal symmetrische cel 2) Golgi-complex 3) RER | |
| Bronchus 1) adventitia (peribronchium) 2) tunica fibrocartilaginea 3) submucosale klieren 4) epitheel 5) muscularis 6) lamina propria | |
| Bronchiool 1) mucosa 2) musculosa 3) alveolen | |
| Terminale bronchiool 1) bronchiolo-alveolaire junctie | |
| Alveolen 1) alveolair lumen 2) alveolair septum 3) erythrocyten = pulmonale capillairen 4) celkernen van capillaire endotheelcellen en alveolaire epitheelcellen | |
| Alveolair parenchym 1) lumen 2) epitheelcel 3) endotheelcel 4) pulmonaal capillair 5) septum | |
| Alveolair septum: lucht-bloedgrens 1) CO2 2) basale lamina 3) Lucht 4) alveolair epitheel (enkelv plaveiselig) 5) Pulmonaal endotheel 6) lucht-bloed grens 7) bloed 8) O2 9) pulmonaal capillair 10) RBC | |
| Bronchus 1) mucosa: 2) epitheel 3) lamina propria (of corium) 4) tunica fibrocartilaginea 5) musculosa 6) submucosa 7) submucosale klier | |
| 1) cilia 2) trilhaarepitheel | |
| Tunica fibrocartilaginea 1) hyalijn kraakbeen | |
| Nierlichaampje 1) ruimte van Bowman 2) Pariëtaal kapselblad 3) Glomerulus 4) Distaal kronkelbuisje 5) Proximaal kronkelbuisje | |
| Nierlichaampje 1) podocyt 2) podocytaire uitlopers | |
| Glomerulaire filter 1) filtratiespleet met diafragma 2) pedicellen 3) podocyt 4) filtratie 5) endotheelcel 6) basale lamina | |
| Kronkelbuisje 1) tubuli contorti proximales: borstelzoom 2) tubuli contorti distales | |
| Hypofyse 1) infundibulaire steel 2) neurohypofyse 3) adenohypofyse | |
| Schildklierfollikels 1) Thyreocyt 2) colloid 3) resporptievacuolen 4) epitheel (thyreocyten) | |
| Huid 1) epidermale papil 2) epiderma 3) dermale papil 4) stratum disjunctum 5) merocriene zweetklieren 6) derma 9) hypderma 7) capillaire plexus (rete subpapillaris 8) capillaire plexus (rete cutaneum) | |
| Epiderma 1) stratum corneum (hoorncellaag) samengesteld plaveiselig epitheel 2) stratum granulosum (korrelcellige laag) 3) stratum spinosum (stekelcellige laag) 4) stratum basale/germinativum (kiemcellenlaag) 5) keratinocyten 6) derma | |
| Ruggenmerg 1) witte stof: gemyeliniseerde zenuwvezels = bedrading 2) celkern oligodendrocyt 3) grijze stof: cellichamen neuronen = schakelingen (processoren) 4) celkernen astrocyten | |
| Ruggenmerg 1) wortels spinale zenuwen 2) “witte” stof 3) ventrale hoorn 4) dorsale hoorn 5) “grijze” stof | |
| "GROTE” ALVEOLAIRE EPITHEELCEL 1) lamellaire lichamen |
Want to create your own Flashcards for free with GoConqr? Learn more.