Liberaal, sterke afkeer adel/kerk, (basis) mensen
rechten. Alleen ontwikkelde, vermogende burgers
kregen stemrecht.
2 jaar durende economische crisis + verbod
oppositie banket
Februarirevolutie, Parijs 1848
Louis Phillipe maakt plaats voor de
2e Franse Republiek: Assemblée
Constituante
Lijkt op het begin van een
voortschrijdende
Democratisering* van Europa >
President wordt gekozen
middels het algemene
mannenkiesrecht
Napoleon Bonaparte wint met 5,4mln stemmen, >3
jaar later, Uitgeroepen tot keizer middels een referendum
Nederland 1848
Revolutionaire dreigingen
nemen ook hier toe. Willem II
reageert
Benoemt een staatscommissie
met o.a. Thorbecke*.
Verantwoordelijk voor
grondwetsherzieningen en de
nieuwe regering
Rechtstreekse + geheime verkiezingen
middels het consensuskiesrecht*
Slechts 11% v/d
Nederlandse
bevolking
Machtsverschuiving koning>ministers. Koning
'onschendbaar'> ministers verantwoordelijk voor
regeringbeleid.
1e, 2e kamer uitgebreid, vrijheid van drukpers,
onderwijs en godsdienst.
Liberalisme nu belangrijkste doctrine onder de Europese burgerij.
Politieke Stromingen
Socialisme*
Nieuwe groepen die voor hun rechten opkwamen; o.a. arbeiders die door het
oprichten van vakbonden zich in sociaaleconomisch opzicht beter konden weren.
Stroming waarin de
arbeidersklasse de
macht van de burgerij
wil breken, eerst door
revolutie, later door
hervormingen in het
parlement.
Karl Marx*
Met Engels bracht hij het
Communistisch manifest uit.
Pleitend voor de omverwerping
van de kapitalistische burgeosie,
verantwoordelijk voor alle ellende
v/d arbeidsklasse/proletariaat. Dit
kan alleen middels een
gewelddadige revolutie
Feminisme*
Vrouwen bewuster van hun
veranderde plaats in de
maatschappij
Allereerste georganiseerde feministische politieke bewegingen